De wereld is… KRAS of VITAAL"!

Vitaal stamt van het Latijnse woord Vita (leven) en betekent onder meer ‘kracht en lust tot leven bezittend, energiek en levenslustig.’ Vitaal associeer je automatisch met ‘jong.’
Juist daarom hoef je niet apart te vermelden dat iemand van achttien of tweeentwintig vitaal is. Aan het woord twintiger is het betekeniskenmerk ‘vitaal’ inherent, waardoor een combinatie als vitale twintiger net zo’n pleonasme is als oude grijsaard. In de taalwerkelijkheid wordt vitaal daarom gecombineerd met namen voor oudere mensen. Aan zulke benamingen is het aspect ‘vitaal’ kennelijk niet inherent. Uit de grote verzameling hedendaagse teksten ten behoeve van woorddefiniering blijkt dat de woordcombinaties als vitale vijftiger en vitale zestiger zo’n zeven a acht keer vaker voorkomen dan vitale twintiger. Blijkbaar vinden taalgebruikers de kwalificatie vitaal niet betekenisvol in combinatie met twintiger, maar wel in combinatie met zestiger.
Vanaf zeventiger neemt de combinatiemogelijkheid met vitaal af. Dat komt mede doordat vitaal concurrentie ondervindt van kras (‘‘flink voor zijn leeftijd’). De combinatie vitale zeventiger komt vier keer minder vaak voor dan vitale zestiger, terwijl krasse zeventiger drie keer vaker voorkomt dan krasse zestiger. Een twijfelgeval is veertiger. De combinatie vitale veertiger komt drie keer minder vaak voor dan vitale vijftiger, maar drie keer vaker voor dan vitale dertiger. Vitaal is blijkbaar voor sommigen wel en voor anderen iet een inherent betekeniskenmerk van het woord veertiger. Daarmee zijn veertigers, uit het oogpunt van vitaliteit, dus een tussencategorie. Een beetje energiek, maar soms ook al (vroeg) oud.
Aldus sprak ooit de Dikke van Dale op de vraag waarop ik dit keer mijn antwoord schuldig blijf…