Ogenschijnlijk

Met het klimmen der jaren, kwam hij schoorvoetend binnen. Zijn uitgesleten levenspad liet hij met een gerust hart achter zich, met zijn geweten diende hij nog in het reine te komen. Het had de openingszin van een boek kunnen zijn, ware het niet dat achter zijn uitgestrekte gezicht het nodige in geheimen was gedompeld. Maar ook daar had hij op een dag als vandaag geen boodschap meer aan.

Een simpele man die ogenschijnlijk niet veel te vertellen had, laat staan dat een ander iets van hem zou kunnen denken. En denken deed hij reeds zijn leven lang, hij was niet anders gewend. Denken was zijn tweede natuur geworden, denken deed wonderen tijdens zijn leven toen hij nog arbeid kon verrichten en momenteel vlogen zijn gedachten wederom alle kanten op. De varianten waren groot, van wonderen tot het eenvoudig opstellen van een boodschappenbriefje, zorgen omtrent zijn toekomst kende hij niet, laat staan dat zijn verleden… En daar zat vandaag de crux, juist op een dag als vandaag achtervolgde het moment waarop hij immer mee bezig was: het falen op het meest wezenlijke moment in zijn leven. Niet dat hij daar een halszaak van had gemaakt, maar zijn nachtmerries speelden daarin een bijzonder grote rol. Had hij niet beter toen, en toen het toen daar eenmaal was, de keuze die hem op dat moment ogenschijnlijk het beste voor kwam genomen, dan had het waarschijnlijk heel anders gelopen.

Maar hij was overtuigd, zag de dingen toen in dat perspectief en wist niet veel beter dan die weg, dat pad in te slaan. En wat daarna gebeurde, het juk dat op zijn schouders was komen liggen, de reikwijdte die hij niet had overzien en het oprecht vertrouwen dat hij had beschaamd. Van enig herstel kon sindsdien geen sprake meer zijn, een opportunist was hij niet geweest maar meer een realist in alle hoeken en gaten van zijn zijn en niet veel maar dan dat. Geen geboren winnaar noch een verliezer, maar een man die zich diende te verantwoorden ten aanzien van de keuzes die hij toen maakte. Geen verontschuldiging, geen excuses kwamen over zijn lippen, hij had zich daar eenvoudig bij neergelegd.

En nu?! Hij haalde zijn schouders op, liet zich naar de sofa leiden en nam daar gestrekt op plaats. Zijn therapeut begon heel opgewekt met de vraag: ‘hoe is het vandaag met u gesteld?’ Hij zuchtte heel diep, sloot zijn ogen en blies zijn laatste adem uit.