Wat te denken valt!

DOLLEN // Ik laat niet met mij / dollen! // Als men met mij / dollen / wil, zal ik / wijzen naar de / dollen / die men, om die reden / van het / dollen / af wil helpen. // Als men mij van die / dollen / afhelpt, zal ik, zonder / dollen / uit // moeten kijken naar // een andere baan!

VERZUCHTING. Wat laat, maar niet / vergeefs wordt krachtig / ingegrepen // De hel vervloekt, de man / wordt dreigend in de kraag / gegrepen. // Ze nemen hem eindelijk op, / verzucht de buurt / achter de gordijnen wachten zij gelaten af / tot de ambulance luidkeels / gaat verdwijnen. // Ze nemen me eindelijk op, / verzucht de man, gelaten / vastgesnoerd, ik ben geen / ploert en hoef dit ook niet / te zijn, als een van hen / maar had gevraagd: “Wie bent U nu, eigenlijk?”En een drietal is nooit weg vandaar:

BIJZIT // Zij zijn vreemden / van elkaar / geworden, de vlam / der lendenen / gedoofd, gedogen / zij elkaar / en zitten naas elkaar / ieder / op de ander te wachten; // geen gebaar / dat iets van liefde / tederheid uitstraalt, / zijn zij / tot elkaar // veroordeeld, // wachten, lange, kille / nachten// tot op een dag…