‘Dolletjes’

‘Dolletjes’ zou Wammes Waggel blijmoedig zeggen, wanneer het ook zo dolletjes zou zijn. Maar wanneer problemen de neiging vertonen om te gaan stapelen, is het de vraag hoelang die stapel nog overeind blijft. Op een zeker moment zal die stapel om gaan vallen, waardoor niet alleen de rapen gaar zijn, maar men ook niet meer weet waar te gaan beginnen.

Het onderste probleem naar boven, het bovenste naar onder of toch maar ergens in het midden beginnen. Het heeft wat weg van de huidige tijd, waarin het ene incident door een ander incident naar voren komt en het journaille zich als aasgieren op de buit gaan storten. Of dit nu Bekende Nederlanders betreft, of politici die erbij gebaat zijn om in het spotlicht te treden, een Kamervoorzitter die niet goed weet om te gaan met fatsoenlijk gedrag, een wereldleider die er alles aan gelegen is om door dreigende taal zijn handelen te verantwoorden, het maakt tegenwoordig weinig meer uit. En zelfs de commentatoren die naar voren komen, ook die vertonen de neiging om met een minder zuivere pen geschreven te worden. Waar objectiviteit dan wel hoor en wederhoor belangrijke uitgangspunten waren, ook die hebben de neiging om van een subjectief sausje te worden voorzien.

Het landsbelang is ook aan inflatie onderhevig, de nadruk op de samenleving neemt af en het samenspel dat voorheen gevoerd werd, lijkt steeds meer op een duidelijk stuk eigen belang uit te draaien. Het ikke, ikke, ikke viert hoogtij en waar sprake is van iets gemeenschappelijks, staat ook dat gemeenschappelijke onder druk. De kans is groot dat men niet verder kijkt dan dat het eigen oog reikt, dat men voor een ander deel de ogen sluit voor de armoedige omstandigheden waar menig huishouden in terecht is gekomen. Dat het beroep dat op de overheid wordt gedaan, ook zeer beperkt is. Dat zelfs Sigrid over is gegaan om de vaatwasser zo min mogelijk te gebruiken en zowaar haar eigen koffiekopjes met de hand afwast.

Geenszins een platitude, maar meer een oproep om wat langer stil te staan bij de veelheid van problemen. Waar worstelen om rond te komen een nieuwe standaard aan het worden is, plannen worden gesmeed om op termijn (na voorspelbaar daar een commissie voor op te tuigen) een zodanig antwoord te formuleren dat ook daar weer alle kanten mee op kan worden gegaan. Gemeengoed ook door dit woord te gebruiken als gemeen goed naar voren te brengen. Wat te denken van dat gevoel dat menig Bakker de oren uit komt. Het is zo simpel: ‘geef ons heden ons dagelijks brood en leid ons niet in verzoeking.’ Of woorden van die strekking. Dat neemt niet weg dat ik toch met een schuin oog naar Wammes Waggel blijf kijken: Over niet al te lange tijd zullen wij deze tijd met een andere bril gaan bekijken en kijk dan niet vreemd op dat een deel van de Nederlandse bevolking dan oprecht zegt:

mdaJan

’toen, toen was het toch nog dolletjes!’