Duitsland deel I

Een duister geheim wat voor hetzelfde geld een Duitser geheim had kunnen heten. Geen idee wat ons straks te wachten staat, met Essen als uitgangspunt in wat voorheen zich kenmerkte door kolen- en staalgebieden. Het Ruhrgebiet, waarbij de naam Krupp een nogal dubieuze naam heeft verworven. In die zin dat een zekere heer afhankelijk was van het staal dat daar werd geproduceerd, de lopen van de kanonnen van zich lieten horen en ook de tanks een geduchte tegenstander zijn geweest. Maar het gebied heeft grote veranderingen ondergaan: de fabrieken zijn gesloten en worden momenteel omgebouwd naar broedplaatsen met het accent op cultuur. En daar verwacht ik eerlijk gezegd het nodige van. Mogelijk valt het tegen, maar ook dan zal het waarschijnlijk wel weer meevallen. Tenslotte heeft ook Duitsland de nodige cultuur in de loop van de tijd ontwikkeld en wanneer er musea zijn die onze interesse weten aan te wakkeren, dan zit het wat dat betreft wel snor! En over snorren gesproken: die ene met dat snorretje heeft genoeg van zich laten zien en horen…

Het is een bizarre tijd: de pieken zijn verdwenen en wat rest zijn de dalen van de tijd. Velen zijn bezig met het likken van de wonden, een enkel fotolijstje is voorzien van een rouwband en alles wat ooit was, is reeds lang verdwenen. En toch is er sprake van een getemperde vreugde, wanneer een volgende boreling het levenslicht aanschouwt. Dat ook dan de wereld doordraait is een gegeven, dat de nacht nog steeds gevolgd wordt door een dag, dat hemel en aarde zich hebben bewogen en dat de keerzijde niet altijd zichtbaar is, de mens dient zich nu eenmaal bij zijn lot neer te leggen en met harde arbeid worden de eerste graankorrels in brood omgezet, een varken geslacht en weten de kippen niet beter te doen dan een volgend nest met eieren te produceren.

Fabrieken worden zichtbaar aan de horizon door de rookpluimen die zij de lucht in stoten, een automobiel wordt als een wonder beschouwd, terwijl de fiets aan een onstuitbare opmars bezig is. Er wordt weer gedronken, gelachen en ook de cultuur komt enigszins tot leven. Oude tradities worden weer van stal gehaald, er wordt in zekere zin afgerekend met het verleden en dan… slaat de beurskrach toe.
Dat de republiek Weimar het loodje zou gaan leggen voorspelbaar en de communisten en de Nationaal Socialisten tot ongekende hoogten stijgen, ook dat was niet eerder voorzien. Een verdeeld volk als gevolg van dit gebeuren, de ‘Herren’ hieven de arm en waar Berlijn zich als hoofdstad probeerde te manifesteren, liep het geregeld uit de klauw. Maar de cultuur tierde welig, Marlene liet haar benen zien en wanneer er sprake was van cabaret: ook daar draaide Berlijn niet de hand voor om. Dat het Duitse geheim zich steeds openlijker manifesteerde, kon de pret niet drukken, dat de opmars gestadig doorging een feit en dat de retoriek van het Duitse rijk kansen bood aan geweldige redenaars… En waar was dat mannetje? Dat verbleef voor een belangrijk deel grotendeels achter de schermen en bekeek vanaf die plek…