een kort schrijfsel IV
STILLE KRACHT.
GRAUWHANGENDE SLUIERVELDEN
HUILEN AAN GINDSE EINDER
SNIKKEN BOMEN, LATEN WINDEN
TAKKEN WAPPEREN, TEER BEMINDEN
SCHUILEN IN HET DORRE, GELE GRAS
winden zeulen met wat bla’ren
eeltdoorgroefde tuindershanden
trachten zwarte aarde te ontginnen
winnen slechts
VERDORDE GEWASSEN, VLASSEN
OP ANDERE TIJDEN, VERMIJDEN
STIL TE STAAN, OP TE GAAN
IN DES MENSENS EIGEN
vernietigingswaan.
Niet direct woorden die een uitnodigend karakter hebben, zelfvernietiging is nu eenmaal een makke die met het menszijn gepaard kan gaan. De ruiters van de Apocalyps verbleken hierbij en de toorn des Heren zal over de aardlingen worden uitgestort. Zo gewoon als ik dit schrijf, zo anders kan men tegen deze woorden aan gaan kijken. Ik schreef dit in een tijd dat mijn zijn toen bepaald niet een vrolijke kleur had. Maar dat is gelukkig achter mijn rug in de herinnering verdwenen, tot het moment waarop ik deze woorden weer onder ogen kreeg. Ja, ik weet dat ik je daar nu mee lastig val en vraag op voorhand de nodige clementie. Om van excuses in deze maar stil te zwijgen!
Dinsdag, 19-06-2018.
Laatste 15 Reacties