Een uitje: zo gek nog niet!

Hoe is het mogelijk? Het is mij gelukt. Een rondje om de bloembak in gezelschap van Ria en mijn rol – la – tor. Schuifelend en knijpend in de remmen, stap voor stap en onderwijl ook nog even mijn neus ophalen voordat de druppels de stoeptegels kunnen lastigvallen, de zondag op een verpletterende wijze voor een belangrijk deel in bed doorgebracht en niet veel meer te hoeven doen dan lijdzaam de dag door te brengen, na een meer dan bijzondere nacht ook in datzelfde bed te hebben doorgebracht. Waarbij ik in mijn dromen vrolijk fluitend naar een huisarts ben geweest, die zich als geneeskundige liet omschrijven en ik me van geen kwaad ten aanzien van mijn been bewust was, ondanks het feit dat de vlammen uit mijn tenen sproeiden. Rechts deed net zo hard mee als dat links de toon aangaf.

Geen muis die aan het piepen was, hooguit het elektriese bed dat voor de nodige hoge en lage tonen garant blijft staan. Een golvende beweging en wanneer het hoofd het kussen kust, kan ik niet veel meer doen dan mijn handen in elkaar te vleien, mij ogen te dichten en wachten tot het vroeger wordt. Alhoewel, dat van vroeger is veelal wat later uit gaan pakken. En wanneer het geweld dit keer aan mij voorbij trekt, maak ik dan wel maken wij ons op om vandaag aan een volgend ‘uitje’ te beginnen, te weten wederom een bezoek aan de huisarts in det geval een daadwerkelijke geneeskundige. Daar hoef ik mij geen zorgen om te maken, hooguit dat mijn bloeddruk mogelijk nog wat aan de lage kant blijft en dat mijn boezems zodanig fibrilleren dat mij kastje geen noodsignalen naar het hospitaal behoeft te sturen.

Waarmee niet alles is gezegd, hooguit dat het vandaag geen pas geeft om daar nog een plaatje aan toe te gaan voegen. Het kan immers ook te gek!