'Het' heeft 'het'

Hoe ziet ‘het’ er uit. ‘Het’ ziet er niet uit! Maar dat is ‘het’ wel toevertrouwd. Want ‘het’ past nu eenmaal niet in alles wat gangbaar is. Want stel je voor dat ‘het’ zich zou gaan conformeren, dan zou ‘het’ zichzelf maximaal verloochenen. En dat is iets dat ‘het’ zichzelf pas op het allerlaatst zou willen aandoen. Hooguit wanneer alles waar ‘het’ voor staat in een onverklaarbare staat zou zijn veranderd. En dat is wel het laatste dat ‘het’ over zichzelf uit zou willen roepen. ‘Het’ begint al bij het ochtendkrieken. Aan het begin van weer een nieuwe dag wordt ‘het’ zich bewust van het dilemma dat zich voordoet: wel of niet de ogen openen, dan wel de ogen genadeloos dicht blijven knijpen, laat staan dat juist dat krieken ervoor zorgt dat ‘het’ bewust nog even blijft liggen en probeert ‘het’ om zijn bewust zijn nog even in dat schemergebied te laten nevelen. En dat nevelen kun je met een gerust hart aan ‘het’ overlaten! Niet dat zijn geest zo beneveld is opdat ‘het’ allerlei onzin uitkraamt, neen dat is wel ‘het’ laatste dat ‘het’ van zichzelf eist. Eigenlijk doet ‘het’ er niet toe laat staan dat ‘het’ zich daar druk om maakt. ‘Het’ ziet het wel wanneer ‘het’ zich voordoet en ook dan is ‘het’ vroeg genoeg om krachtdadig in te gaan grijpen. Zo eenvoudig stelt ‘het’ ‘het’ het zich voor. Zo simpel staat ‘het’ dan ook in ‘het’ leven. Over een keerzijde heeft ‘het” zich nog nimmer druk gemaakt. Zo eenvoudig kan ‘het’ leven in zijn ogen zijn. Maar heeft ‘het’ wel zin om zoveel woorden aan ‘het’ te wijden” Zijn er geen belangrijker zaken die de aandacht van ‘het’ verdienen” Is ‘het’ niet simpelweg een schreeuw om aandacht” Wil ‘het’ zijn zijn op deze manier gaan bewijzen” Of is ‘het’ slechts een vraagbaak die enkel toewijding verdient. ‘Het’ zal ‘het’ een zorg zijn in een tijd dat juist de zorg zich van een discutabel punt is gaan worden. ‘Het ‘ doet er feitelijk niet toe, maat dat ‘het’ vandaag om de nodige aandacht vraagt, een schreeuw a la Munch, een blijk van opperste concentratie in een wereld die vraagt om ‘het’, daar is ‘het’ zich zeel wel van bewust. Was het alleen al door het feit dat ooit ‘HET’ geen zin had om op te staan en met die grote, blote poten op dat zeil te gaan belanden…