Het ongerijmde.

In mijn jacht naar het ongerijmde, raak ik steeds meer draden kwijt. Nu hoeft dat op zich niet zo’n groot probleem te zijn, maar wat er rondom mij gebeurt, daar heb ik weinig invloed op. En dat is meer mijn makke, voor zover er van een makke sprake kan zijn. Een kleinzoon. Een kleindochter die steeds groter groeit. Een dochter met een ziekte. Een andere dochter die het over een totaal andere boeg gooit. Het heeft wat weg van een niemandsland, een bestaan tussen het een en het ander waar ik weinig grip op heb. Dat alles heeft in belangrijke mate met de persoon die ik ben te maken. Aan de ene kant is er een niet terecht gevoel van schuld, aan de andere kant kan ik me niet geheel en al openstellen voor juist deze belangrijke periode in mijn leven. Want om op mijn leeftijd alsnog opa te worden en mogelijk ook nog een tijdje opa te kunnen zijn, dat geeft juist dat dilemma weer. Genieten met een bepaalde reserve, een vorm van ‘ik weet het niet…’ En dat geeft enigszins weer waar ik me op dit moment bevind: ergens tussen A en B, waarbij het de vraag is of onderweg nog een C opdoemt. Misschien ben ik wat dit betreft een zwartkijker, mogelijk dat ik ook andere denkbeelden heb gehad, misschien zelfs dat ik een doemdenker ben. Toch kan ik me niet onttrekken aan een gevoel dat ontbreekt. Dat maakt het waarschijnlijk dat ik nog steeds in een staat van kennelijke verwarring verkeer. De tijd zal het leren en waar loslaten een ding is, het neerleggen bij de huidige situatie is een ander. God, was ik maar Katholiek. Dan zou ik het kunnen afkopen met de nodige ‘wees gegroetjes’, of iets anders in die geest. Helaas, je kunt nu eenmaal niet alles hebben en de rijkdom die ik zou willen ervaren, is van een totaal andere orde. Welke orde? Een raadsel!