Huiselijkheid II

De luxe waarin wij verkeren, valt eigenlijk met geen pen te beschrijven. Vandaar dat ik dit medium gebruik. Niet alleen om mijn zielenroerselen naar voren te brengen, maar ook om mijn manier van zijn, kijken, genieten en bewonderen duidelijk te maken. En dat heeft alles te maken wanneer ik dat boek met die huiselijkheid doorblader. Waar foto’s in te vinden zijn van mensen die in plaggenhutten wonen, waarbij het ongedierte ruimschoots voorhanden is, waarbij de noeste arbeid dag en nacht onder de verschraling van het leven gebukt ging, mensen niet oud werden dan wel vroegtijdig de handjes moesten wapperen om een karig bestaan een levenskans te gunnen. En waar de dood iedere dag opnieuw zijn tol op kwam eisen. Mensen in hun naakte bestaan, het wel dan niet bidden voor een maaltijd die veelal uit pap bestond, waarbij de kool noch de geit bespaard bleven en huisdieren geen andere taak hadden dan het muizenaantal te decimeren. Water uit een put, geen odorex voorhanden en hygiene over het algemeen bestond uit een keer in de zoveel tijd met z’n allen van de tobbe gebruik te gaan maken. Nu weet men niet met wat voor geurtjes de authentieke lichaamsgeur de verbergen, met wat voor kledij men in de inloopkast uiteindelijk naar voren komt, het aantal schoenen wat ternauwernood gedragen, een bestemming krijgt richting kringloopwinkel. Van circulaire duurzaamheid had men nog nooit gehoord en wanneer men op een lamp was uitgekeken, vond deze een onherroepelijke weg naar de vuilnisbelt. Design was wel hot, maar niet voor eenieder weggelegd, de Tomadorekjes aan de wand kregen op zeker moment te maken met de oud ijzerhandelaar, Gispen sprak boekdelen en oma’s fauteuil kreeg een nieuw stofje aangespijkerd. Het batikkleed verdween in de voddenzak, de fotolijstjes verdwenen naar zolder, op de litho’s raakte men uitgekeken en de posters van Verkerke deden de oude schilderijen naar een antiekhandelaar verdwijnen. Die daar wel een paar grijpstuivers voor over had. En zo kwam een weinig bekend kunstenaar alsnog ergens in een loods terecht… De contraprestatie, een schilder die geen droog brood kon verdienen en uiteindelijk maar huisschilder werd, een beeldhouwer die zich geen steen kon permitteren en voor het vak van metselaar koos, de graficus die uiteindelijk zich maar ging richten op erotische prenten en dat alles onder een zweem van interieurverandering. Jan die van donker naar licht ging, binnenhuisarchitecten die zweepten met planten, de natuur in een glazen kweekkasje en je eigen tomaten die uiteindelijk toch niet vorst bestendig bleken te zijn. En aan al die veranderingen deden wij vrolijk mee, althans voor zover de portemonnee dit toeliet. Biezen tegels op de vloer die werden omgeruild voor parket (Uniska), de boekenkast die verdween uit de kamer, gestucte wanden met een enkel object en waar ruimte te winnen was, werd afscheid genomen van het object dat teveel plaats innam. Designstoelen die voor geen meter zaten, de hoekbank die zijn intrede deed, er wordt gelounged, gechilld, gelegen en een aperitief staat op een verantwoord onderzettertje. Gordijnen werden vervangen, dubbel glas de standaard en van de (kolen)haard werd met groot genoegen afscheid genomen. De kolenboer verdween uit beeld, aardgas de nieuwe remedie voor het verwarmen en voor je het weet… de open haard verdween en verscheen, hout wordt beschouwd als een klimaatverpester en op de beeldbuis kwam een doorlopende vlam… En nu weer terug naar de eenvoud, de Tiny Houses, het opvangen van regenwater en ook de compost van eigen ontlasting vindt wederom een weg op de biologisch verantwoorde (groente)tuinen. Voor je het goed en wel beseft is de beer van voorheen, weer terug te vinden in je eigen gekweekte bloemkool. Een circulaire economie. Door de huidige regering wordt dat er wel rap doorgedrukt. Maar volgens het planbureau, de rekenmeesters en de getallen in procenten achter de komma… komt het uiteindelijk wel weer goed!


iGer.nl


iGer.nl