Ik ben opa Wik, maar opa Ben…
‘Wat nu”!’ En iemand trok, ten einde raad, over de Maas. Zo eenvoudig kan het antwoord op nu zijn, gelijk een ‘nu syt het wellecome’, een gangbaar uitgangspunt kan zijn. Maar van een welkom kan vandaag de dag geen sprake meer zijn, want zij is er al bijna een dag of veertien. En zij houdt haar ouders uit de slaap, boert wat, drinkt nog wat meer, slaapt tussen haar bedrijven door en bevuilt haar luiers met een onwillekeurige regelmaat. Het ouderschap vergt nu eenmaal een tol en haar grootouders kunnen niet veel meer doen dan de helpende hand te reiken. Dat wil zeggen, opa past op het huis en doet een enkele boodschap en oma doet de was, zuigt het stof weg, ontfermt zich over de afwas, praat wat en koestert tussendoor ons kleinkind. En LIVA”! Die slaapt de slaap der rechtvaardigen, leeft in haar eigen wereldje en geeft aan wanneer het weer tijd wordt om te eten, maakt gebruik van haar stembanden en laat zien dat ook haar longen zich in deze gedragen zoals het behoort te gaan. Oogjes open, oogjes dicht en haar snaveltje is zich gelukkig nog niet bewust van het dichtdoen, zoals ooit in de Fabeltjeskrant naar voren kwam. Papa draagt haar in een draagdoek op zijn blote bast, mama laat zich voort bewegen in een rolstoel en lacht gelijk Marlies ogenschijnlijk altijd lacht. Want die andere momenten houdt zij veelal voor zichzelf, waardoor het lijkt alsof haar leven uitsluitend op rozengeur en maneschijn is gebaseerd. Maar dat is de schone schijn, te weten dat er ergens in haar lijf een beest zich verscholen houdt, op de minst verwachte momenten van zich laat horen dan wel haar gewrichten weet te vinden, de energie opslurpt die wij haar eigenlijk van harte zouden gunnen en het feit dat zij na een inspanning het moet bezuren met het niet meer kunnen doen van de dingen die zij eigenlijk zou willen doen, dat verhaal houdt ze veelal voor zichzelf, deelt ze met Vincent en soms, wanneer het haar teveel wordt, gelukkig ook met ons. En dat roept een bepaald gevoel op, een gevoel van machteloosheid, een proberen iets van die last van haar schouders te willen nemen en de wetenschap dat dit niet kan. Haar relaas aanhoren, haar tranen wegpoetsen en zeggen dat je trots op haar bent, op hun bent en verdomde blij dat ze ons op deze manier zo gelukkig heeft weten te maken. Opa zijn is een gevoel van aan de ene kant erbij te staan kijken en de ander kant de vertedering wanneer ik LIVA in de ogen kijk. En het klinkt heel stom maar ik kan niet nalaten tegen haar te zeggen dat ik haar opa ben, opa Wik in tegenstelling tot opa Ben. Eigenlijk heeft opa Ben een streepje op mij voor: door zijn zijn ben(t) opa Ben ben!
Laatste 15 Reacties