Perikelen.

De herfst voorbij, de winter neemt een aanvang. Dat ik me momenteel in de herfst van mijn leven bevind, staat buiten kijf. Lente en zomer achter mij gelaten en met een wat weemoedige blik richt ik mij alreeds nu op mijn nakende winter. Perikelen die zich hebben voorgedaan, perikelen die zich nog in de toekomst zullen voordoen daargelaten, nood mij op een terugblik over de tijd die nu verleden is. Toen ik nog jong was, onvervaard, het leven mij blijmoedig aankeek maar er ook sprake was van perikelen op het liefdespad. Mijn liefdespad welteverstaan. Daar gaan deze woorden dit keer over, niet om nog meer littekens open te rijten, meer om een idee te geven omtrent de wegen die een mens dient af te leggen…

LIEFDESTRAUMA

In vele woorden vat ik zinnen

valt de lust in mij, beminnen

klanken van de letters, kort

aards leven, mij beschoren, wordt

het licht, de lust der lasten

zinnelijk leven dat ik verbraste

in een ziekelijke opstand van gemoed

het kwaad geschiedt, wat leven doet

is eisen stellen, keuzes maken

in een niet aflatende manier van zaken

doen in en met jezelf, de ander met

jouw zijn opgescheept, opdat het net

steeds nauwer rond je raakt

verstrikt in levensliefdesleven, braakt

je hart tot kotsend toe bewogen

niet alleen jij, juist de ander bedrogen.

Opstand, je eigen vreemd ervaren

leegte, hart niet meer te bedaren

vervuld van niet te uiten haat

liefde eens, een boot vergaat

in het zicht der haven, land

de golven sluiten zich, zand

onder voeten doet even hoop wederkeren:

liefde doet de mens zinloos veel leren.