Ter herinnering aan Jan V.

Hij was een goede ‘broeder.’ Wierp zich op als zijn ‘broeders hoeder.’ Zocht en vond zijn werk in de psychiatrie, waar hij zich verder in bekwaamde. Deelde zijn gevoel met het inzicht dat hij in de loop der tijd wist te verzamelen. En gaf zijn kennis en kunde aan anderen die ook voor dit vak kozen. Wist te overtuigen en te inspireren. Maar nu is hij dood. En heb ik het genoegen gehad om mijn kennis en kunde als docent bij hem over te brengen. Maar laat ik mij daar niet op voorstaan, omdat het de persoon is die met die kennis en kunde aan de haal gaat.


Want dat het een vak is waarbij een vorm van roeping niet direct op de voorgrond staat, ook dat dient heel helder te zijn. En juist die helderheid was een kwaliteit die zich in de loop der jaren steeds meer bij hem op de voorgrond kwam te staan.

Afscheid nemen door in de krant te lezen dat hij dood is. Ook een vorm van rouw, die mij eigenlijk overvalt. Kwam hem nog weleens tegen in de Mare, Jan wist zijn toekomst te dragen en zag vaak nog wel een zonnetje stralen. Ook al wist hij wat hem te wachten stond. Psychiatrisch verpleegkundige die zijn team wist te motiveren, te inspireren en waar ik alleen nog goede herinneringen aan heb. Maar het was hem niet gegeven om lang van zijn pensioen te genieten.

Jan is dood, ‘helaas, het is zoals het is.’