50 meter.

50 meter heen. 50 meter terug. En dat geregeld in de herhaling. Lopend achter haar rollator, weinig prikkels die haar geest nog levendig weten te houden, kale muren en die gang lijkt dan eindeloos lang. Obstakels die zich voordoen in die eindeloos lijkende gang, medicijnkarren, stedy’s die gebruikt worden om mensen naar het toilet te brengen, de douche die wacht op het moment waarop haar haren gewassen kunnen worden, de fohn die ontbreekt en de kam die ervoor zorgt dat er nog een enigszins fatsoenlijke haardos ontstaat. Een prikkelarme omgeving, een huiskamer dat er alle schijn van heeft om daar zo kort mogelijk te verblijven, een canvasdoek dat een bos voorstelt en dan die onvermijdelijke beeldbuis die voor een belangrijk deel van de dag geen beeld vertoont.

De ruimtes die zich lenen voor de fysiotherapie die gedurende een half uur per dag vier dagen in de week wat soelaas biedt. En voor de rest is het veelal afwachten, het bed dat wordt gebruikt om bij te komen van de inspanning die geleverd werd en dan wederom het wachten.

Wachten op wat? Geen idee, de omschrijving van de ‘Kalverstraat’ wanneer meerdere personen zich op die wandelgang wagen. Twee rollatoren en twee dames die proberen om een gesprek op gang te houden, wat hooguit gaat over de tijd dat er weer gegeten dient te worden. Het ontbijt dat aangekondigd wordt, de uitnodiging om naar beneden te gaan, de lift die er alles aan doet om de rust te verstoren met geluiden die doen denken aan… ja, aan wat eigenlijk.

Bouwjaar 1972, drie etages die te bereiken zijn, de begane grond en daaronder nog een kelder, die veel verborgen houdt. Wasgoed onder andere en spullen die doen denken aan de middelen die nodig zijn voor de schoonmaak. Volle karren met schoon wasgoed dat straks uitgedeeld gaat worden, de vuile was die buiten de deur wordt gebracht en het bedrijf dat zich daar dan weer over ontfermt. ‘Doe de was de deur uit’, een slogan uit mijn verleden en het bedrijf dat als firmanaam ‘dubbelblank’ had.

Maar mensen hier zijn enkelblank, hebben het grootste deel van hun leven achter zich liggen en maken zich op om aan de eindstreep te gaan werken. Door een noodlottige samenloop het een dan wel het ander te hebben gebroken, afhankelijk zijn van hun lichaam dat sporen van hun leeftijd doet vermoeden, de rimpels die er zijn en de lach die verdwenen is. En zich zorgen maken omtrent hun nabije toekomst.

Alleenstaand. Niet meer terug kunnen naar hun vertrouwde omgeving en in afwachting zijn van een plek in een bejaarden dan wel een verzorgingshuis. Kind noch kraai hebben en die goede buur gaan missen. De negentig gepasseerd, veel vrienden en kennissen hebben verloren en er wat zielloos bijlopen. Die zich afvragen hoe het nu verder moet. En of er nog wel sprake kan zijn van een moeten, de prikkel die ontbreekt en de eenzaamheid die wacht. Het kind kwijt en de kraai die zich naar elders spoedt.


50 meter terug en dat over de dag genomen steeds maar weer in de herhaling…
09-10-2021

helaas, niet op mij van toepassing!