RUSTIGE RUIMTE.


Met een temerig stemmetje passeert haar hele familiegeschiedenis. En waar zij een poging onderneemt om haar metgezel ook even het woord te geven, neemt zij alras het gesprek weer over. Van een gesprek kan geen sprake zijn, want luisteren naar de ander is haar waarschijnlijk nooit bijgebracht. En ik speel ongewild luistervink en bespeur bij mezelf dat ik me meer en meer aan haar begin te irriteren. Jan, de KAPITEIN, heeft hier weinig hinder van, zijn oren laten hem al jaren in de steek. En zij gaat maar door, over het leven in Amerika, over de verschillende studies die zij heeft genoten, de kinderen die zij heeft gekregen en de man die in dit geval ervoor heeft gezorgd dat zij in ieder geval van een rijkelijk leven heeft kunnen genieten. Wat haar rol in dit geheel is geweest blijft wat onduidelijk.

Dat zij zich waarschijnlijk met de opvoeding van de kinderen heeft bemoeid bijkans vanzelfsprekend, dat zij op boten heeft gevaren, dat zij heeft gezeild en de touwen even in handen mocht houden, de vraag of zij altijd de touwtjes in handen heeft gehad, zelfs daar hoeft zij niet aan te twijfelen. En zij ratelt maar door, rijgt de ene anekdote aan de andere en voor ze het goed en wel beseft is er een ketting ontstaan waar geen einde aan komt. Het heeft veel weg van een paternoster, gezien het feit dat zij bij het ontbijt een ander slachtoffer kon verhalen en tijdens de lunch een nieuw slachtoffer heeft ontdekt. Het verhaal over het huis dat verkocht werd en zij nog geen woning hadden, over een dochter die gescheiden is en met haar vier kinderen in een flatje terecht is gekomen, de traplift die is gearriveerd om haar man naar boven te brengen en de beperkte ruimte die op die trap overblijft, de vraag wat te doen wanneer die stoel op de overloop dient te draaien.


Maar het is gespreksstof en het is een ietwat ander verhaal dan dat zich aan de meeste tafels voordoet. Daar waar mensen elkaar niet direct lastig vallen omdat ze aan hun eigen sores de handen al vol hebben, enthousiaste meiden die heel graag de afhankelijken nog afhankelijker maken door het dienblad vol te stouwen met drank en brood, het geBakken eitje dat vandaag op het programma staat en de gebonden bloemkoolsoep met kervel voorzien van wat bieslook weer eens wat anders is dan de bouillon van de laatste dagen waarin een enkel paprikaatje wedijvert met een stukje prei, de glazen worden gevuld met diverse sappen en de chocomel zich mag verheugen op een dorstig keelgat.


Natuurlijk wordt er alles aan gedaan om een verblijf hier zo aangenaam mogelijk te maken, maar hoe de mens in deze situatie met tijd omgaat is geheel en al in handen van die betrokkene terecht gekomen. Lezen vraagt energie, de geluiden van de bouwplek idem, de krant laat zich niet direct spellen en mijn buurman heeft niet alleen last van zijn longen, maar daar spelen nog meer factoren een rol in. Dat ik daar geen contact mee heb ligt niet aan mij: de man is in mijn ogen doodziek en ligt de hele dag en een groot gedeelte van de nacht in zijn eigen geest te sluimeren.

UIEN VAN MARIUS VAN DOKKUM