Brabbeltaal: in meer dan twintig dagen te leren!

Leer een andere taal in twintig dagen. Maar of dit ook voor Chinees opgaat…”! Eerlijk gezegd durf ik dit te betwijfelen. Neen, ik heb me sinds vandaag gestort op ‘brabbeltaal’, om een gesprek met mijn kleindochter op haar niveau te kunnen voeren. En verdomd, dat valt reuze mee! Want het moment waarop ik begin te steunen, te kreunen dan wel kreetjes te slaken die bij haar binnenkomen, word ik getrakteerd op een lach, een frons, dan wel een schrikreactie. Maar dat doet zich niet eerder voor dan dat ik mijn niespartij luidkeels door de kamer heen stoot. Nog mazzel dat ze dan niet spontaan begint te huilen, dan wel dat zij met haar kleine stembanden een keel opzet die de glazen in de kast doen rinkelen. Tinkelen desnoods. Om zich niet veel later weer te wenden tot haar knuffel dan wel die beer die niet alleen licht brengt in haar dag, maar ook nog eens een liedje voor haar zingt. En waarbij de kans bestaat dat bij veelvuldige herhaling, toch even de knop om wordt gezet. De niet zichtbare uitknop, de mogelijkheid om ons gesprek op haar niveau te kunnen vervolgen. Nu heb ik iets met uitknoppen, helaas is het de laatste keer ietwat uit de hand gelopen. En werd ik van ‘je vader’ opeens omgedoopt in een hij. De derde persoon enkelvoud dat ervoor zorgt dat ik gedurende al wat langere tijd de dagen die ik beleef dan wel meemaak, met een zwart randje ben gaan ervaren. En waarbij ik, ter bescherming van mezelf , er niet voor terugdeins om mijn andere gevoelens op een zeer laag pitje te houden. Het had zo anders kunnen zijn, maar dat is het niet. En waar de positieve herinneringen zich manifesteren in een tuintje, waar een enkel bloemetje nog voor wat kleur zorg draagt, moet ik mezelf dwingen om dat tuintje regelmatig te blijven besproeien. Dat dwingende karakter staat me enigszins tegen, maar biedt wel de mogelijkheid om niet alles te laten verdorren. En ik kwam op deze ontdekking door een gesprek met Nina. Op een doordeweekse maandagavond, een gesprek dat ik me iedere dag als een vorm van een mantra heb voorgenomen. Een reddingsboei, een noodgreep om niet helemaal te gaan verzuren. En die kans zat er heel (be)grotelijk in. Dus stort ik me vandaag op mijn cursus brabbeltaal. En voorlopig ziet het ernaar uit dat ik de aankomende tijd voldoende de gelegenheid zal krijgen om mij deze taal meester te gaan maken. En wanneer het haar lukt om op mijn gezicht een glimlach te ontlokken, blijf ik doorgaan op deze ingeslagen weg. Want is het niet de eenvoud die het ware kenmerkt”!