Dag & nacht: een ritme!

Veeldrachtig trok hij ten strijde, vergezeld van een duivelse gloed. Het verleden had hij achter zich gelaten en omtrent zijn toekomst maakte hij zich totaal geen zorgen. Hij wist wat hem te doen stond: simpelweg overgeven. Overgeven aan dat wat hem te wachten stond en het moment waarop hij was simpelweg te prijzen. Maar dat in zijn geest weinig sprake was van eendracht, dat kwam hem op dit moment wel zo goed uit. Veeldrachtig dacht hij en wanneer de willekeur daar ook nog een rol in zou spelen, ook dat had hij vooraf ingecalculeerd.

Warrig was hij in zijn lijf, zijn geest bleef helder en ook zijn blik was dit keer zeer gericht. Neen, hij maakte zich geen illusies, nam de dingen zoals ze waren en zo ze kwamen. Wat moet dat moet en had geen moer te maken met de moed die als een drijfveer door zijn lichaam sjeesde, op dat enkele puntje na. Dat dwaze moment waarop hij viel en niet veel meer kon doen dan afwachten op dat wat hem te wachten stond.

En zowaar hij schikte zich daar voor een groot deel in, maar ook de momenten waarop hij zijn huidig zijn had willen ruilen voor dat andere zijn, die momenten waarop hij dacht dat hij zou gaan janken en de moed even op zou geven, zich schikken in zijn lot was op dit moment het enige wat hij voor ogen had. In de herfst van zijn leven beland, de groene blaadjes waar hij ooit aan had gesabbeld, het werk dat hij had verricht en de dingen die hij zich ooit had voorgenomen ten uitvoer had gebracht, een vrouw ontmoet en daar het grootste deel van zijn leven in een bijzondere harmonie mee had doorgebracht, de kinderen die zij kregen en de voldoening van het werk dat hij als een ideaal had uitgevoerd, en dan opeens… dat andere leven, een vorm van afhankelijk zijn, het weer naar elkaar toegroeien en het delen van al die zaken die hun beider leven had gebracht, dat alles liet zich niet in een woord vatten, hoewel het woord liefde en genegenheid als een roos begon te bloeien.

Gedachten aan de vooravond van een volgende ingreep, het afwachten en het stomweg wachten op de uitslagen die zouden volgen, het bed dat allerlei standen zou kennen, het bed dat thuis op hem wachtte en niet veel beter wist te doen dan dat bed te zijn, het hoofdkussen dat met hem meereist om vervolgens…

nog een dag, een nacht, nog een dag, een volgende nacht en daaropvolgend die andere dag en dan de dag waarop… hij tot zijn schrik weer nuchter was.