Dodenakker.

Het zal altijd wel ergens goed voor zijn geweest. Toen rijke lijken nog stonken en er werd besloten om de kerk te verlaten. Een geur dan wel een meur die mogelijk nabestaanden liet kokhalzen, alvorens de dienst de rug toe te keren. Wat er weer voor zorgde dat de dodenakker buiten de kerk kwam te liggen, dat dierbaren daar als nabestaanden in stilte verzonken konden zijn en waar menig schietgebedje alsnog de weg naar de hemel kon vinden. Alkmaar heeft het, Alkmaar geeft het alsnog aan de nabestaanden terug. In symbolische zin weliswaar en waar ooit een houten toren stond komt straks een plek van bezinning. Maar nu is het nog niet zover. Groene sluiers geven wel een indruk, waar straks de nadruk op komt te liggen. Een zingevingsplek bij de entree van die Groote Kerk. Na een jaar waarbij de Klim naar de hemel het 500 jarig bestaan opluisterde, is het nu stomweg een plek op aarde die de rust van weleer mogelijk ten goede laat komen. Geen lijken te bekijken, geen grafsteen te ontdekken slechts een aantal rechthoeken die op termijn weer planten zullen gaan herbergen, waar vogels gaan kwinkeleren en waar het publiek mogelijk misschien dan wel zeker vragen over zullen gaan stellen…

Een volgende toeristentrekker, waar Kaasmarkt en Bolwerk zich opmaken om de toerist wat langer in de stad te laten hangen, waar leegstand een deel van het geheel uitmaakt en waar de vanzelfsprekende ketens er alles aan doen om overeind te blijven. Kruidvat, een schoenenreus, een boekhandel (van der Meulen), een kantoorboekhandel (Stumpel), een HEMA, vanzelfsprekend Etos, Ici Paris, Douglas en dan nog de nodige klerenzaken. Daar is het allemaal goed voor (geweest.). maar wat vandaag meer van belang is het volgende; ‘Een bloemperk en een bloedpad’ vrij naar de titel van de laatste dichtbundel van Paul R. een dichter nabij Alkmaar. In Koedijk wel te verstaan…