Dubbeltje & kwartje…
Natuurlijk is het een tijdverschijnsel. Sinds de Snip uit de knip verdwenen is, de pin overal op past en betalingen in natura hooguit nog plaatsvinden in de vorm van een ruilhandel, marktplaats opgang heeft gedaan is het bijkans ouderwets wanneer ik mijn beurs trek, de munten zichtbaar tevoorschijn zie komen en waar ooit de biljetten een plek vonden nu een batterij aan passen te vinden valt. En wanneer geld dan wel een pinpas niet volstaat is het de kredietkaart die getrokken wordt. Maar… vandaag ben ik in het bezit gekomen van dat handige knijpbeursje, waarbij de munten eenvoudigweg het leven ietwat draaglijker schijnen te maken. Geen gedoe met een nog vollere portemonnee, niet meer dat geneuzel omtrent de kleinere munten die ook hun plek in het geheel op eisen. de kwartjes die verdwenen zijn en 10 en 20 naast 50 de nieuwe standaard, eenvoud blijft nu eenmaal het kenmerk van het ware. Maar… ik bezit ze nog en draag ze iedere dag met mij mee: ‘als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje…’

Een Juliaantje en een Trixje. Waarbij de inflatie als het ware een vorm heeft gekregen. Want wat ooit een dubbeltje in de spaarpot waard was, werd het alras een kwartje dat dit dubbeltje ging vervangen. Het was niet gewoon dat je in de jaren vijftig/zestig van de vorige eeuw zakgeld kreeg, hooguit wanneer de niet onbemiddelde grootouders een keer per maand hun zakgeld aan je deden toekomen… Andere tijden vragen nu eenmaal andere mogelijkheden en het heden kent nu eenmaal een andere tijd van afrekenen. Waarbij ik nog steeds het principe huldig om over de nodige pecunia in beurs dan wel knip te willen beschikken. En wanneer de bodem als het ware in het zicht komt, naar zo’n automaat te stappen om op die manier de nodige ‘flappen’ tot mij te nemen…
