Duitsland deel IV

En dan breekt de pleuris uit: Polen wordt bezet, vijfde colonnes worden zichtbaar, Rotterdam gebombardeerd en Generaal Winkelman besluit tot capitulatie. De regering is gevlucht zo ook ons Koningshuis. De wereld brandt en waar nog sprake is van enig verzet, wordt dit snel de kop ingedrukt. Dat daarbij vele levens te betreuren zijn… Ook dat laat dat mannetje simpelweg langs zijn schouders wegglijden. Hij besluit nogmaals van een glas pure, rauwe melk (met room!) van Dikke Bertha III te gaan genieten. Zijn dag kan voorlopig niet meer stuk!

Dan laat ik de oorlog even voor wat deze is, hel en verdoemenis is spreekwoordelijk in deze tijd en wanneer de bevrijders komen wacht een tijd van wederopbouw. Vandaag, ’t is donderdag, zal er ook wel weer het een dan wel het ander op het programma van het mannetje staan, maar ik heb werkelijk geen idee waar de man zich momenteel mee bezighoudt. Wiedt hij zijn tuin, loopt hij wat te schoffelen, doet hij een boodschap waarbij spek en eieren op het briefje staan, keert hij ieder dubbeltje om of richt hij zich op zijn noeste arbeid, ik weet wel dat zijn geest constant aan het malen is. Welk geheim gaat schuil onder zijn pet, welke verborgen boodschap draagt hij met zich mee en hoe is zijn kijk op de huidige wederopbouw. Waar vernietigd is, rijzen alras nieuwe fabrieken uit de grond, waar machines nu voor vreedzamer doeleinden worden gebruikt en waar een overdaad aan consumptie goederen zich een weg banen in de wereld, staan vliegtuigen niet langer stil, zijn treinen in staat om te concurreren met het wegvervoer en is het gebruikelijk dat ook langs snelwegen benzinestations de weggebruiker niet alleen van benzine, maar ook nog eens van een snack kunnen voorzien.

Loon wordt niet langer in bruine loonzakjes gedaan, de banken staan te springen om klanten, de Zilvervloot wordt in het leven geroepen en ouderen vangen van Drees, hoewel zij daar nooit voor hebben hoeven betalen. Dat alles gaat aan het mannetje voorbij, en waar hij ooit tussen de schermen voor optredens van anderen zorgde, staat hij nu geregeld met een been op de rand van zijn graf. Maar iedere keer verjongt hij zich weer, iedere keer is hij opnieuw in staat om van zijn te veranderen en iedere keer staat hij versteld van het behaalde resultaat. Daar komt geen arts aan te pas en hij wijt het dan ook aan dat glas volle rauwe melk (met room!) van Dikke Bertha IV.