Duitsland, deel VI

De zaken lopen zoals ze lopen, met iedere seconde die verstrijkt wordt zijn heden verleden en met ieder uur dat hem in het vooruitzicht wordt gesteld, maakt hij zich steeds minder druk. Want wat is tijd in de relatie tot de eeuwigheid? ‘Met eeuwigheid als normgegeven, duurt een moment een mensenleven.’ Hij kwam dat ooit tegen op een deur in een gekkenhuis waar les werd gegeven omtrent het omgaan met mensen met een psychiatrische nood. Krankzinnigen was een omschrijving, gekken en dwazen een andere, mongolen en idioten voor mensen met wat tegenwoordig een verstandelijke beperking blijkt te zijn. Nooddruftigen in zekere zin en wat bracht de opleiding in wezen voor uitkomst…?! Goed, er waren leerlingen die in staat waren om hun expertise aan de psychiatrisch gestoorde medemens ten goede te laten komen, maar door een zekere mate van bureaucratie was een groot deel van hun activiteiten vervangen door het elektronisch dossier waar zij het grootste deel van de tijd mee bezig werden gehouden. Ook daar had hij geen boodschap meer aan; die tijd was verleden en het gemak waarmee hij door de eeuw van zijn vader ging, wijze woorden van een ander waar hij ook dit keer geen boodschap aan had. Zijn boodschap was duidelijk: het geheim dat hij al zijn leven lang met zich meedroeg.

‘Ik doe wat ik moet doen, en laat al het andere aan anderen over!’ Een wijs besluit dat hij, toch wel op zijn oude dag, alsnog heeft voorgenomen. Dingen doen waar hij nog even plezier aan beleeft, de koe Dikke Bertha V van de melk verlossen, het emmertje vullen en de uiers door zijn handen laten glijden, de kruk die zijn krakkemikkige lijf nog steeds in evenwicht weet te houden en het glas dat hem straks wacht. Niet veel meer heeft hij nodige om zijn wereld als volmaakt te ervaren. Alleen… dat geheim blijft als een juk op zijn schouders drukken. Geen idee hoe daar onderuit te kunnen komen en ook geen enkel idee hoe dit met een ander te gaan delen. Dat is het enige wat hem zwaar valt in de tijd die hem rest. Waardoor de cirkelgang in zijn gedachten de staart weer heeft gevonden, voor hij zijn kop weer recht weet te zetten. Nog een dag of wat veronderstelt hij: hoognodig tijd om een balans op te gaan maken, maar dat stelt hij uit tot morgen!