Een gebed (deel I)

EEN GEBED.

Het gebed liep niet zonder einde en dat valt eenvoudig te verklaren. Warm was het dit keer in het Godshuis waar vele zielen in warme kleren en jassen gehuld, de avond met elkaar doorbrachten. Was het alleen maar om thuis te kunnen besparen op de energie. Een huis voor allen, voor de vreemde kostgangers die meestal een rondje om maakten, de daklozen en de alleenstaanden. Figuren die je anders meed, personen die zich omhulden met een eigen lichaamsgeur maar met elkaar ervoor zorgden dat men volop aan zijn of haar trekken kwam. Simpelweg door de lichaamswarmte die men met elkaar bijeen bracht. En men het ook nog opbracht om gezamenlijk te gaan zingen, het ritueel volgde en niet te beroerd was om kaarsjes aan te gaan steken.
En de voorganger keek zijn ogen uit.

Geen doemdenken dit keer, maar meer een overweging die naar voren komt wanneer je kennis neemt van de huidige crises. Waarbij het een nauwelijks is gepasseerd of het volgende zich al aandient. Waar diesel de benzineprijs het nakijken geeft, waar oligarchen verdwijnen en de mensen die daar verstand van hebben, alle mogelijke scenario’s laten passeren. Dreiging van een inflatie, dreigen ook met kernwapens en alsof dit niet genoeg is, een overheid die talmt om in te grijpen. Ik zal niet zeggen dat een zeker Calvinisme hier debet aan is, maar het zet je wel aan het denken. De bodem van de portemonnee komt eerder tevoorschijn dan dat je gewend was. En het bedrijf dat stelt op de kleintjes te letten, kan niet veel meer doen dan op een zeker moment de prijzen aan te gaan passen.

En veelal het de kniesoor is die zijn gelijk ziet bevestigd.

Morgen deel II van dit betoog. Nog een nachtje geduld!