Een kort ver huil tje

Het ligt er duimendik boven op vooral nu, met het licht er op. Dag en nacht, jaar in jaar uit staat hij maar stof te vergaren. En waar zijn trommelstok het vel beroert, komt geen klank naar voren. Zijn lippen rood, zijn neus gekleurd en waar het wit van zijn ogen zou kunnen schitteren, houdt hij deze steevast gesloten.

Een weemoedige uitdrukking die als melancholisch wordt omschreven, manchetten die het hemd ontberen, zijn broek zo ruim dat bretels er alles aan gelegen is om zijn broek op te blijven halen. Een tweetal knopen versieren zijn hemd, een potsierlijk hoedje met een enkele rode roos en ook zijn broek valt met die kleur te vergelijken.

Ooit heeft hij zijn veterdiploma behaald, maar deze schoenen vallen niet te strikken. En waar je een vlinderstrik rond zijn hals zou verwachten, moet hij ook dit ontberen. Een pruik zo grijs dat het zwart niet meer te vinden valt, billen die waarschijnlijk knijpen en waar de lach ontbreekt, kan hij niet veel meer doen dan zijn blikken trommel te laten spetteren.

Ingehuurd voor groots vermaak, zijn zijn gedachten elders: hij verloor zijn kind vandaag en morgen kan hij zijn tranen huilen.

huilen