Een kwestie van…

Ik heb er een heet hoofd is, als variant op dat vulgaire harde hoofd van weleer, wanneer iedereen loopt te zieken omtrent de temperatuur, is een drankje een welkome afleiding, kan het zweet zich weer eens over je lichaam heen gutsen en de wijsheid wederom onderin de kan verdwijnen. Heethoofden met een harde kop, de rollen die dit keer zijn omgedraaid en wanneer je even verstek laat gaan, denk je misschien dat het beter is om in Zuid Europa te gaan vertoeven, dan in dit voorspelbare kikkerlandje.

Waar mensen niet veel meer doen dan kwaken, wat puffen, de stad verlaten en de winkels te weinig omzet draaien om de airco in stand te kunnen houden. En juist dan ga ik de stad in, weet mij een weg te banen door de lege straten op jacht naar een imaginaire schat die elders op mij ligt te wachten. Want wat te denken ven Wentink in Arnhem of die stripwinkel die ik ook nog met een bezoek vereer. Om geen flater te slaan een beeld van die Belg gekocht die daar als Gaston door het leven gaat en in Nederland het genoegen heeft gekregen om als Guust Flater de nodige absurde avonturen op zijn conto te hebben mogen schrijven.

Franquin als Geestelijk Vader en de Bravo Brothers in mijn ogen als het ultieme hoogtepunt in zijn altoos overweldigende werk. Was het alleen maar omdat in dat verhaal het circus een glansrol speelt… Ook vandaag gaat het natuurlijk weer nergens over, en toch ben ik daar dik tevreden mee. Simpelweg door het feit dat wij toch nog enige tijd op een camping hebben doorgebracht, waar de hitte om te snijden was, waar de verkoeling elders gevonden diende te worden en waar Liva uiteindelijk het totale dagritme voor haar rekening nam.

Waar de rust overweldigend was, waar het bier niet direct aan te slepen is geweest, waar ik mij te buiten ben gegaan aan Tyskie en Vincent het eenvoudigweg bij Leffe hield, een camping die garant stond voor Spic en Span, waar jong en oud door elkaar waren gemixt en waar de toiletten nog van de authentieke deuren waren voorzien die ooit bij het begin een leidraad zijn geweest voor het huidige zijn. Camping Warnsborn, opgericht in 1932 met als uitgangspunt kamperen bij de boswachter.

Een camping zonder toeters en bellen, een simpel kampvuur wat de avondstond van licht voorzag en waar een ‘schone bron’ reden genoeg was om die naam aan die camping te gaan geven. Want Warnsborn staat voor schone bron, waar het water uiteindelijk via de Rijn verder naar zee vloeit. Een week van diverse hoogtepunten, waar de temperatuur op een gegeven moment een kwalijke rol in is gaan spelen, en waar menigeen het liefst ergens onder een boom in de schaduw zijn schone luiheid zocht. Ik noem bepaaldelijke schone luiheid, want ook de douches mochten zich geregeld verheugen op een overvloedige straal aan vocht zoekende baders.

IJsjes die niet aan te slepen waren, kranen die bijkans niet dicht stonden, verdwaalde Duitsers in grote campers, Nederlanders die daar niet voor onder deden en een enkele Engelsman die met een Volkswagen busje van het type T1 in de schaduw van de m=bomen dik tevreden was. De hierbij getoonde foto’s spreken wat mij betreft boekdelen. En over dat delen gesproken: naast dat busje is het dit keer Guust dan wel Gaston die vandaag de show gaat stelen!