Energie in relatie tot uitholling overdwars.
Ik begin me nu pas te realiseren hoeveel energie mij de afgelopen periode heeft gekost. Niet dat ik me door de omstandigheden uit het veld heb laten slaan, de bed/stoel periode en het totaal van anderen afhankelijk te zijn, is me bepaald niet in mijn kouwe kleren gaan zitten. En dan te bedenken dat mijn weblog enigszins als reddingboei door het totaal der dingen heeft heen gesleurd, waarbij Ger zich de nodige moeite heeft getroost om mijn blog als het ware in leven te houden, waarbij anderen hebben laten zien wat vriendschap in deze voor betekenis heeft, dat alles maakt van mij in zekere zin een rijk man.
Maar, als zoveel andere zaken komt op termijn waarschijnlijk ook een eind aan mijn blog, een blog dat begon toen ik van een voormalig vriendje van Ellen in de gelegenheid ben gesteld om mijn blog langdurig te continueren en waarbij ik mezelf de opdracht heb gegeven om obsessief, compulsief aan de gang te blijven gaan.
Geen idee wie er niet allemaal van mijn berichten heeft genoten, laat staan dat ik een vorm van influencer ben geweest, maar dat ik door dit medium in de gelegenheid ben geweest om mijn schijnsel over de wereld in het algemeen en mijn wereld in het bijzonder naar voren te brengen, dat staat buiten kijf.
En dan te bedenken dat de berichten die ik vandaag heb mogen ontvangen ook een zekere treurnis naar voren brengen. Neem nu Charles, waar ik al een jarenlange vriendschap mee deel mede gestalte heb kunnen geven aan zijn opleiding tot B- verpleegkundige, waar een resultaat in de vorm van een dichtbundel onder de titel ‘Ik ben voor niemand iemand meer’ en het genootschap wikken en wegen een luisterrijke rol in heeft gespeeld, naast het feit dat de deceptie van ‘Afscheid’ het wel en wee van mijn opleidingstijd in Santpoort toen nog een PROVINCIAAL ZIEKENHUIS ervoor gezorgd heeft dat ik nog de nodige boekwerkjes op zolder heb opgeborgen en er waarschijnlijk weinig mensen zijn die daar notie van hebben genomen.
Een wilde, woeste tijd toen de hekken van de gesloten inrichting open werden gesteld, het uniform verdween en er gezocht moest worden naar nieuwe, veranderde grenzen. Een periode ook die mij geschikt heeft gemaakt om het (ver)zorgende element door het geven van lessen in de psychiatrische verpleegkunde heeft geleid dat ik momenteel nog steeds teer op de titel van ‘psychiatrisch verpleegkundig docent in ruste’.
Ik bedoel maar hoe mooi wil je het hebben in de wetenschap dat ook dit vak met die specifieke vorm van omgaan met die bijzondere andere, aan inflatie onderhevig is.
Waar 407 is verdwenen, waar ‘gekwalificeerd voor de toekomst’ is verdwenen en waar het sprookje dat zich momenteel voordoet in de Geestelijke Gezondheid Zorg lijdt aan uithollingen overdwars.
Laatste 15 Reacties