GEhavenDEN

UITJE I: onder de douche. Neen, niet onder de douche maar werken met een handdouche en een douchestoel. Waarbij het een genoegen kan zijn om wat rond te gaan sproeien, de beide steunen te gebruiken om het niet te belasten been te ontlasten om naderhand met de verschillende handdoeken het een en dan weer het ander te gaan drogen. Om vervolgens een gebruikte handdoek op die stoel te deponeren, opdat mijn nauwelijks gedroogde billen niet alsnog van vocht worden voorzien. Een tweede handdoek op de grond terecht komt, waar mijn voeten dan weer op komen te ruste en die derde te gebruiken om niet alleen mijn schaamstreek te bedekken, maar ook nog gebruikt kan worden om mijn voeten te drogen en om schimmel tussen mijn tenen te voorkomen, het drogen vaak gepaard gaat met een kietelen onder mijn voetzolen waar ik dan weer allergisch op reageer…
Om vervolgens, na enige tijd een volgend uitje op mijn programma te zetten te weten UITJE II: de toiletgang. Waarbij rolstoel en steady een rol gaan spelen en ik mij overgeef aan hen die mij in de gelegenheid stellen om met behulp van een verhoogde toiletbril mij zodanig te laten ontlasten, dat ik niet weet hoe snel ik de spoelknop moet bedienen opdat de geuren waarmee dit gepaard gaat, niet in de combi douche/toilet blijven hangen en de hulpverlener die mijn billen af komt geven zich verbaasd afvraagt of ik wel ben afgegaan. Want die afgang wil ik hen uiteindelijk toch wel besparen…


Uitjes noem ik dit en in het kader van het vullen van de tijd die ik hier doorbreng gaat die tijd vertraagd voorbij. Dat wil zeggen, wanneer de douche zijn werk heeft gedaan, ik mij met die handdoeken aan het drogen heb gezet het soms wel 25 minuten duurt voor ik de gelegenheid ben om wat kleren aan te kunnen trekken, bij mijn sokken geholpen moet worden en uiteindelijk ook nog eens mijn schoenen aan kan trekken, met behulp van een lepel van huis uit meegenomen. Dan is een belangrijk deel van de ochtend achter de rug, loopt het tegen elven en komt zowaar de koffiekar in zicht en geniet ik van een volgend bekertje chocomel. Want de koffie uit een kartonnen beker smaakt lang niet zo lekker als uit een stenen mok. Ik rook een peukie om mijn stoelgang te bevorderen, maak mij op om weer een dag vol geluid te doorstaan, erger me weer eens dat mijn wegen uit de lucht zijn en doe niet veel meer dan een vorm van gelatenheid over mijn zijn hier neer te laten dalen. Ga verder met het lezen van de tijdschriften die Pauline bij mij heeft achter gelaten en maak me op voor de lunch.

Wanneer alle ‘gehavenden’ zich weer opmaken voor de soep, de boterham, het beleg en de tafels die van feestelijke place mats zijn voorzien. Een optocht van mensen in verschillende vormen van beperkingen, waar de een nog nauwelijks een woord met de ander kan wisselen zijn het derden die er alles aan doen om de stiltes te doorbreken door hun levensverhaal te blijven herhalen…

zonder enig beeld dit keer laat ik het over aan de eigen ‘ver beel ding’.