Gekluisterd

Nederland gekluisterd. Vanzelfsprekend aan de buis. Hoewel platte buizen tegenwoordig bijna vanzelfsprekend zijn. Flat screen heeft de voorkeur gekregen, en waar er geregeld sprake kan zijn van nog meer pixels, een nog hogere resolutie is de nieuwe standaard dat het beeld opgaat in de muur die voor dit doel wordt gereserveerd.

Bij ons staat de buis achter de gesloten deuren en het ziet ernaar uit dat dit niet direct zal gaan veranderen. Want het oog valt er niet alleen direct op, het zwarte oog dat dreigend de kamer van toon laat veranderen wanneer de kleuren verschijnen, ook dat is wel een ‘dingetje.’ Hoe was de tijd in het verleden, wanneer een tiental schoenen in een halletje stonden, je een dubbeltje in je knuistje klemde en met al die kinderen uit de straat bij een buurman mocht kijken naar die dappere Dodo en de Sterrenkijker ons op de hoogte hield van wat in verre streken op de wereld gebeurde. En dan maar gokken dat je een bepaalde voorspelling uit zag komen.

Woensdagmiddag, vrij van school en de overheid incasseerde luister- en kijkgeld. Radiodistributie was gemeengoed, de melkboer kwam langs evenals de groenteboer. Voor kinderen kwamen aangepaste programma’s, Han Rensebrink presenteerde ‘wie wil mijn marmotje zien’, bekende Nederlanders kwamen naast het theater in de studio terecht en cameralieden werden verliefd op presentatoren.

Mies Bouwman viel op de getrouwde Leen Timp en verhuisde van de KRO naar… Van ‘morgen gebeurt het’ was ik een heel uitgesproken aanhanger, Dorus bracht met het Hotcha trio een geweldige borstelshow, zijnde de harmonica’s die voor het geluid zorgden, Theo Eerdmans deed een quiz en de zaterdagavond werd voor een belangrijk deel gevuld met beelden. Tenminste, het duurde tot 1963 toen wij thuis ook over een eigen buis konden beschikken.

Tegenwoordig zap je je een slag in de rondte, is sport een geweldige eyecatcher, raakt het journaal op de een of andere wijze steeds meer uit de gratie en zijn het veelal onbenullige programma’s die de hoofdtoon voeren. Althans in mijn ogen want ik heb die beeldbuis enigszins verbannen. Achter die gesloten deuren vind het nodige plaats, het wereldgebeuren haal ik veelal uit de krant en wanneer ik me terugtrek met een boek, denk ik dat ik blij kan zijn met de lettertjes die anderen voor mij op papier hebben geschreven.

Een schulpdier zou je mij kunnen noemen, en wanneer er iets is dat mijn aandacht zou kunnen trekken, is het meestal ver in de avond. Nogmaals van ‘morgen gebeurt het’ was ik heel uitgesproken aanhanger van, wat gisteren gebeurde is slechts een herinnering en wat straks gebeurt… En dan… dan zit ik er eerlijk gezegd niet meer op te wachten!