Goegemeente…

En toch… heb ik me ook vandaag weer laten verleiden. Nu is daar in de regel niet zoveel voor nodig, maar dan nog blijft het enigszins een heet hangijzer. En wanneer dit weer zichtbaar wordt op die gezamenlijke rekening, ontkom ik er niet aan om me daarvoor wederom te verantwoorden. Ik doe nu eenmaal liever dingen dan dat ik ze laat. Want spijt kan daar dan weer het gevolg van zijn en wanneer mijn haar niet groeit op mijn tanden, kan ik net zo goed besluiten om het toch maar te doen. Haar op je tanden, een uitdrukking die dreigt in de vergetelheid terecht te komen. Gelijk in het verleden de schepen van hout en de mannen van staal zijn geweest. Om maar weer eens gevolg te gaan geven aan de associaties waarmee Kaatje aan de haal zou kunnen gaan. Of een Advocaatje met een toef slagroom. 1 november alweer, nog 10 dagen en het snaaigoed wordt door gezang aan de rijke kinderschaar overhandigt. Dat ook daar de weg van gezond bezig zijn de snickers, marsen, lions en nutsen in de weg zal gaan staan, dat durf ik te betwijfelen, en of die appel en die peer garant staan voor een jaar geen gebedel… En dan dat andere hete hangijzer: witte zwanen en zwarte pieten hebben niets met elkaar uit te staan. En wie naar Engeland gaat varen doet er goed aan dit voor de overdacht te laten plaatsvinden. Het pond is nu eenmaal niet direct vijfhonderd gram, een pond laat zich verhouden als een euro tot een pizza en de goegemeenschap die denkt hiervan te profiteren, slaat de waarschuwingen volstrekt in de wind. Want het gaat minder goed met de beurzen, het gaat ronduit slecht met de rentes en de pensioenpotten draaien uit op verlies. De garanties voor de toekomst zijn vervallen en sinds de banken het juk van de overheid verre van zich hebben geworpen, draaien zij hun hand er niet voor om om de argeloze burger een poot uit te draaien, door de kosten te verhogen en onder nul de rente te blijven vergoeden. Ook dan kun je het, naar mijn idee, lang uithouden. En waar het cash geld verdwijnt, de pincode verschijnt, de gulden knaken zijn verdwenen en een appel met een ei niet met elkaar te vergelijken zijn, daar ontstaat toch nog een sprankje hoop. En dat is de kunst. De kunst waar ik me geregeld in onderdompel, de kunst ook Bergen de afgelopen week maximaal van heeft weten te profiteren en daardoor de reden is geweest om toch een drietal boekjes in elkaar te zetten. En dat Kees O. en Pauline B. dit gebeuren beiden omschreven als een kermis, is dat de titel geworden van dit kleine, gelouterde boekwerkje. Dat ik dit straks aan beide kunstenaars hoop te overhandigen… Heeft alles van doen met die verleiding waar ik in eerste instantie gewag van heb gedaan.