HELAAS: ’tisweerzover!

Ach,het gaat weer eens nergens over, laat staan dat er wat bijzonders te melden valt. Hooguit dat de afgelopen tijd mij minder prikkels hebben bereikt dan ik mij voor een maand of twee geleden had voorgsteld, met al die leuke dingen in het vooruitizicht. Fe gesloten useam die werden geopend, het terras dat de gelegenheid gaf aan mensen met de schoene van Jansen die aan het dansen zouden gaan, de reikwijdte van mij onzalige betogen, de ingreep die plaatsvond en het gestudder dat in eersten instanie thuis plaatsvond, hte bed als onzalige bomdgenoot, de rollator die het gewixht van mij zijn had te dragen, het gekraak dat het vierwielig voertuig voortbracht en het achterweg blijven van het belasten van dat been wat zich kenmerkt door het daat dat onder de huid verborgen bleef en was tot… verwacht van dit bercht dat weer adem geedt an de geest die een tijdlang in mijn hesrenpan opgeloye was, het gemak waarmee ik dit keer zonder mij muis watover een touchpad loop te hannessen, mij Nokia die als een gezworen kameraad niet van mijn zijde is gewken en de vlag die er wap dapper probeert bij te wapperen, de 47 (zevenenveertig!) nietjes die onder een andere noemer door het leven gaan (agraves voor zover ik mij weet te heuegen) en die vier die op zichzelf een reservegetal vertegenwoordigen…

WELKOM TERUG IN HET THEATER VAN EEN ILDE TRAAN EN EEN GESPPEEDE LACH, DE HUMOR DIE IN DE AANOMENEDE TIJD MOGELIJK ZAL GAAN VERSCHIJNEN EN DE BEELDEN DIE ER BEPAALD NIET MEER TOE DOEN, HEOWE… ik houd me van harte aanbevolen wanneer mensen zich geropen voelen om mij de jnodieg nuitenzijnde prikkels naar binnen laten waaien, want mijn gordijnen zijn helaas noeg geregeld DICHT! WELKOM VRIENDEN, ONGEKENDEN, SLUIMERENDE VPOLGERS, MEDESTANDERS IN DE ROERIGE STIJDE OMTRENT HET BESTAAN EN IK BELOOF U ABSOLUUT GEEN REIS NAAR DE Maan!

Wik