Het kanaliseren van…

Het kanaliseren van een frustratie deel II.
Ik ben uit mijn hol gekropen. De winterslaap die mij had lamgeslagen hangt als een sluier om mij heen. Ik ben mijn kop nog aan het schudden en heb de allergrootste moeite om mij, in deze nieuwe omgeving, te orienteren. Het groen overheerst, het lijkt verdomd veel op een voorjaar. Ik zie vreemde, verbaasde gezichten en ook veel lege gezichten, heel veel lege gezichten, een leger van lege gezichten. Een gezicht valt op en raakt mij als een bliksemschicht. Ik wrijf in mijn betraande ogen en geef onderwijl het dragen van die bril de schuld. Wil ik mijn ontroering voor me houden of gaat het juist om mijn ontroering? Ben ik een anachronisme, de wederopstanding van een Brontotaurus? Beslaat mijn winterslaap miljarden jaren en is die ontmoeting niet slechts een doorgegeven genetische misser?

Even bekruipt mij de neiging die wereld de rug toe te keren, mijn hol weer te betrekken en met een grote steen de uitgang/ingang te vergrendelen. Dan herinner ik mij de smaak van het jonge, onbeschreven blad en de wilde malsheid van een twijgje. Ik wankel bij de eerste schreden en heb moeite mijn evenwicht te vinden. Zo balancerend bulder ik, allengs sneller, de berg af. Een jeugdige overmoed maakt zich van mij meester. Ergens, heel ver weg, knippert het lampje van gevaar. Weer eens op mijn bek gaan?! Neen, ik kijk wel uit, zeker nu ik alles zoveel scherper zie!

Het bos ontvangt mij met uitbundig gespreide takken, zwiepend langs mij heen. Ik ontdek de zonovergoten groene ruimte in het bos en zijg ter aarde. Iets later kom ik tot bezinning en herken ik deze plek. Het is het oud, vervallen kerkhof van Duin & Bosch…

Nu, in een andere tijd, moet ik mij tevreden stellen met het constateren van die herinnering. Dat werkt niet alleen helend, dat maakt mij heel! Alleen het delen blijft moeilijk, te delen valt er momenteel niet veel. Alle delen helen; alle helen verdwijnen. Zo ver echter, is het nog lang niet.

Ik blijf!

Alkmaar, 21-04-1994 / 10-04-2021.