Kunstlievend lid…

Er is een periode in mijn leven geweest waar ik als Kunstlievend lid deel uitmaakte van een tweetal Academies, te weten Hippocrates in Bloemendaal en de (hoe pretentieus) Academie voor Psychiatrie in Haarlem. Bij die eerste academie heb ik alleen maar goede herinneringen, bij die tweede zet ik de nodige vraagtekens in die zin dat het woord Academie niet direct van toepassing was op de Psychiatrie. Maar waar het vaak om gaat is dat door een woord als Academie te gaan gebruiken het mogelijk onderscheid een belangrijke rol kan gaan spelen. Want door dit woord te gebruiken wordt het onderscheidend vermogen een belangrijke speler in een veld dat ogenschijnlijk nog onontgonnen blijkt te zijn. Het is vaak een kwestie van accenten en wanneer er specifieke belangen ook nog een rol gaan spelen, kan het niet anders dan dat de vreemde eend in de bijt zich niet hoeft te gaan buigen over een mogelijke aanwas van leerlingen die in dit geval tot studenten zijn gebombardeerd. ASA had daar een handje van en in, Amarantis deed niet veel meer dan ettelijke miljoenen te gaan spenderen door een kantoor op de Zuidas te betrekken en Bert Molenkamp kon zich verheugen op een bepaalde mate van aanzien tot het moment waarop hij voor de bijl ging, door die miljoenen niet volledig te kunnen verantwoorden. En wat nu rest zijn niet veel meer dan wat restanten, Hippocrates is volledig uit beeld en van de Academie voor Psychiatrie rest niet veel meer dan dat het een meer dan uitgeholde boomstam blijkt te zijn. Om over de organisatie van TOP (Theorie Ontmoet Praktijk) maar te zwijgen. De zorgkant dus die het momenteel nogal zwaar heeft, waarbij de grootte van een organisatie bepalend is en de inhoud niet veel meer lijkt op de verpakking vanuit mijn verdelen. Waar de inhoud glorieerde en de verpakking zichtbaar was door op het terrein van de instelling niet alleen les te krijgen van professioneel deskundigen (psychiaters, artsen, psychologen en opgeleide docenten), maar ook in een omgeving waar de psychiatrisch gestoorde medemens deel uitmaakte van de instelling. Letterlijk het bewijs van de als afwijkende mens bestempelde mens.

Vanwaar dit betoog? Ik sprak niet zo lang gelden met een tweetal collega’s die ook aan hun pensioen zijn toegekomen en waar de gemeenschappelijke deler nog steeds op het verleden is gebaseerd. Niet dat het verleden altijd zo rooskleurig was, maar waar wel de garantie bestond dat de lessen die toen gegeven werden gebaseerd waren op de problematiek die zich op de afdeling voordeed, dat omgaan met agressie op een ander moment aan het totaal der vakken werd toegevoegd en dat wanneer sprake was van een suicide op de afdeling het hele team niet alleen bij elkaar werd geroepen, maar ook sprake was van een tijdvak waar geregeld werd stilgestaan bij de mogelijke gevolgen van het zorgpersoneel voor wat betreft het omgaan met die speciale gevoelens.

En waar tegenwoordig een steekaccident op een afdeling niet kan bogen op een begeleidingstraject na afloop van dit incident…