Primus inter pares.
Het gerucht vloog door de lucht, aan pretenties geen gebrek maar uiteindelijk struikelde hij over zijn eigen schaduw, de primus inter pares. Zijn CV loog er niet om, zijn competenties waren een veelvoud van doorsnee alhoewel daar een tweetal zaken ontbraken: bescheidenheid en empathie. En dat zorgde ervoor dat naar zijn komst men niet geheel welwillend uitkeek, laat staan dat hij op voorhand kon rekenen op enige sympathie. Naast het feit dat niet alleen antipathie een rol ging spelen, maar dat ook jaloezie naar voren kwam, waardoor hij niet met groot applaus werd verwelkomd bij zijn opwachting. En waar door velen de kat uit de boom wordt gekeken, waren het toch ook een aantal bewonderaars die hem van harte verwelkomden. Neen, die stonden niet bepaald als meelopers te boek, hooguit als opportunisten die er op termijn hopelijk de vruchten van zouden kunnen gaan plukken, maar ook zij kwamen uiteindelijk van een koude kermis thuis.
Een aantal keren in mijn werkzame leven mogen meemaken, maar uiteindelijk ging de beste onder zijn gelijken voor de bijl. En bleef er over het algemeen slechts een puinhoop van over. Ik zal niet beweren dat het huidige demissionaire kabinet zich ook met dit soort lieden heeft weten te omringen, dat het niet eenieder gegeven is om een natuurlijk leiderschap tentoon te spreiden, hooguit dat er, wanneer er sprake is van een bepaalde vorm van macht of bij het staken der stemmen, veelal in eerste instantie in de eigen gelederen wordt rondgekeken wie mogelijk die rol op zich zou kunnen gaan nemen. Macht en gezag, voordeel en nadeel tegen elkaar afwegend, de kans om op een oprechte manier er het beste van te kunnen gaan maken, zorgt er anderszins in dat wanneer sprake is van het aantrekken van een buitenstaander het fenomeen dat ‘vreemde ogen dwingen’ een glansrijke ombuiging tot gevolg kan gaan hebben.
Dan doel ik bepaald niet op de huidige politiek, wanneer leden van een zelfde politieke partij er alles aan gelegen is om bepaalde leden niet alleen het vuur aan de schenen te leggen of er tegenop zien om de onderlinge verhoudingen door op het scherp van de snede hun betoog naar voren te brengen, het geheel naar mijn idee niet rooskleuriger maakt dan van welwillende politici verwacht mag worden. Leiderschap kan zich kenmerken door een vorm van natuurlijk zijn, maar wanneer het accent komt te liggen op die beste onder zijns gelijken houd, naar mijn idee, stomweg op. Wanneer dan de ogen worden gericht op de man die mogelijk deze impasse doorbreken kan, zal het toch nog een bedoening kunnen gaan worden omtrent de macht en aandacht van het huidige gezag.
Politiek? Ik waag me nog eerder aan het doorgronden van een encycliek!
Laatste 15 Reacties