Labyrint.

‘Lukt het jou om een weg te vinden uit het labyrint van jouw gedachten”‘ Een welhaast filosofische vraag op de drempel van april naar mei. Een veronderstelde bloeimaand, een maand waarop mijn gedachten gedeeltelijk terugkeren in mijn verleden en waar het huidige heden een niet onbelangrijke rol in speelt. Het feit dat over niet te lange tijd mijn positie van vader zal gaan veranderen in grootvader, is onder andere de reden dat ik mij deze eerder naar voren gebrachte vraag stel. Een bloeimaand die zich op een ander manier laat invullen dan dat het feitelijke zich voordoet. En toch is er sprake van een zekere bloei. De schoot van Marlies die de basis vormt van het grootouderschap. Want dat dit voor ons nog zou zijn weggelegd, dat gegeven had ik reeds lang geleden als niet van belang zijnde opzij gezet. Hoe veranderlijk kan de wereld zijn, hoe veranderlijk kan een mensenleven zijn, hoe veranderlijk kan het leven van een dochter zijn. En dat alles in het kader van dat eerder genoemde labyrint, waar gedachten door elkaar heen buitelen, waar gisteren spontaan overgaat naar vandaag en waar morgen misschien ook al een deel van uitmaakt. Heden, verleden en toekomst met de mogelijkheid om overwegingen te maken, daden te stellen, resultaten te boeken en schijnbaar de onwetendheid de grootste afwezige blijkt te zijn. Want het niet weten van straks en het weten van nu in dat onbenoembare labyrint maken de gangen die de mens doet niet altijd even zichtbaar. Ik verwacht ook niet dat het zichtbaar wordt, hooguit dat ik een idee heb welke kant het op zou kunnen gaan. Namelijk richting Memento Mori, en dat herdenken dan wel denken over de toekomst dat zal altijd wel een heikel punt blijven, zeker wanneer een voltooid leven op termijn mogelijk tot het toekomstbeeld gaat behoren. Maar ook daar zal van overheidswege wel weer een stokje voor gestoken worden. Het heeft veel weg dat de beker tot op de bodem leeggedronken dient te worden en waar mogelijk sprake kan zijn van enig gif, wordt ook deze angel verwijderd. Wie denk ik wel dat ik ben als ik dit gegeven toets aan het recht op zelfbeschikking” En in hoeverre is het Gods wil dat Hij anderen oneindig laat lijden” Of dat hij weer anderen op een onverwacht moment van het leven beroofd” Het kan zomaar over zijn, het kan ook zomaar tegen alle wetmatigheden in, nog langer duren dan gewenst. En wanneer er sprake is van een ‘handje helpen’ dient ook dit weer getoetst te worden, kan er sprake zijn van een misdrijf en wordt de betrokkene in deze dubbel gestraft…