Lontjes.

Toen was dit nog gewoon…

Lontjes worden steeds korter, terwijl het ongemak meer en meer toeneemt. Een balans die er niet om liegt, de buitenwereld die aan mij voorbijgaat daar de binnenwereld waar ik nu in verkeer niet veel meer biedt dan de betrekkelijkheid van een afdeling die zich richt op revalidatie. En waar geregeld mensen verdwijnen om opgevolgd door mensen die hier verschijnen. Dat het een betrekkelijk komen en gaan is van mensen met een bepaalde beperking voorspelbaar, het feit dat de omstandigheden waaronder anderen zijn komen te verkeren vaak het gevolg is van een ongeluk en de vraag hoe of de toekomst van de betrokkenen eruit komt te zien, voorzien is van de nodige vraagtekens. Waar dan weer weinig aan te doen valt en het veelal een kwestie is van tijd die de mogelijke voorzienigheid in petto heeft.

En van beslommeringen die menigeen als een vorm van een puzzel aan het piekeren zet, waar niet direct antwoorden zijn te verwachten en wanneer dan ook nog een bepaalde categorie mensen opstaat die zich geen reet van de huidige omstandigheden aantrekken, dingen doen die zij op een ander moment mogelijk hadden gelaten en de berichtgeving daaromtrent een belangrijk deel van het nieuws voor hun rekening nemen…
Het is maandag, een dag van de week die voor een groot deel van werkzame mensen in verlegenheid kan gaan brengen door het advies vooral thuis te blijven werken, het kantoor zoveel mogelijk te mijden, te pas en vooral ook te onpas het mondkapje te dragen, die anderhalve meter in acht te blijven nemen en de afspraken die hier nu gelden voor ogen te houden kan het haast niet anders dan dat de tijd die hier verstrijkt over het geheel genomen een vertraging oplevert. De lunch gebruiken op mijn kamer, terwijl het ontbijt ternauwernood mijn maag is gepasseerd, simpelweg omdat om 9.00 uur ik mijn opwachting mocht maken bij de fysiotherapie waar ik momenteel twee keer in de week ‘onder handen’ wordt genomen en het vooruitzicht dat ik ook op woensdag dit genoegen mag herhalen, de douche die mij vandaag onthouden wordt door ziekte onder het personeel en de verzorgende die dit keer op deze afdeling staat niet iemand is die geleerd heeft om zo accuraat mogelijk te handelen door regelmatig de ontdekking te doen dat zij weer wat ‘vergeten’ heeft, mij terecht wijst dat ik eerst dien te ontbijten voor naar die therapie te gaan, dat maakt al met al dat ik de idee heb om in een soort van niet voor mezelf denkende categorie van afhankelijken terecht te zijn gekomen. En het vergelijk dat ik hier doe gaat naar mijn idee volkomen mank. Terwijl ik tegelijkertijd een mankepoot ben, wat loop te klooien met het been dat niet belast wordt, ik een telefoontje heb gekregen van de apotheek waar ik op termijn weer in het ziekenhuisregiem zal komen, waar mogelijk ook nog een operatie kan worden uitgesteld in ik me moet instellen op…

Mogelijk dat het grootste deel van mijn huidig zijn achter de rug is, maar het zou me ook niet verbazen dat het positieve deel in mij mogelijk nog een volgende opdonder te wachten staat…
En voor wat betreft mijn bed: dat vertoont nog steeds een bochel en wanneer ik iemand van de technische dient vraag naar een mogelijkheid om mijn bed weer te laten voldoen aan de mogelijkheden die je van zo’n elektrisch bed zou mogen verwachten… is zijn antwoord heel simpel: ‘ik werk niet op vrijdag (de dag van de melding) en als de verpleging geen mailtje heeft gestuurd, dan kan ik niet gaan handelen, daar ik daar niet voor betaald wordt’.

Om over bureaucratie dan maar te zwijgen.