Maar dit… terzijde

En dan een afsluiter. Eigenlijk een dramatisch verhaal, ware het niet dat het aan de ander is om daar zijn of haar verbeelding op los te laten. Wij zijn op ons retour, in die zin dat wij Brussel achter ons laten en we ons opmaken voor een doordeweekse maandag. Waarbij ik de hoop uitspreek dat ik met een overvloed aan beelden wederom van mij kan laten horen dan wel kan laten zien.

Maar voor dat eerst dit: HET KIND, DE MANNEN EN HET AUTOMOBIEL.

ZIJN DUUR, GLANZEND AUTOMOBIEL / SUBLIMAAT VOOR ONTVALLEND SEX-APPAEL / SNOEFT DOOR DE STRAAT, ZIJN OGEN GAAN ROND / NERGENS ONTWAART HIJ EEN UITDAGEND HALFROND. //

IETS VERDER IN DIEZELFDE STRAAT / LANTAARNS ZIJN AAN, HET IS VROEG LAAT / STAAT EEN OUD CAPTAIN OF INDUSTRY / BIJ DE JUWELIERSZAAK VAN ENE PIE. //

EEN KIND, TANDENKNARSEND MET EEN ZEEPKIST RIJDEND / VERLIEST OPEENS DAT ANDERE, BEVRIJDEND, / IETWAT BETEUTERD BLIJFT HET DAAR STAAN / MIST OP HET GEZICHT VAN DIE OUDE EEN TRAAN. //

HIJ KAN ZIJN JEUGD NIET MEER OVERDOEN / HEEFT EEN LEVEN ACHTER ZICH, VAN OPGEKROPT FATSOEN / IS NU WEER TERUG IN ZIJN EIGEN JEUGD / WEET DAT HET BETER KON, WEINIG VERHEUGD. //

HET KIND, VERDERGAAND MET EEN GLIMMEND ILLUSIE / DE MAN IN DE AUTO TREKT EEN CONCLUSIE: / HIJ DRUKT OP HET GAS, HIJ WEET VAN WANTEN / ZOEVEND OP WEG NAAR ANDERE KLANTEN. //

DE OUDE JALOERS, DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST / DE MAN, MAAR OOK DIE KRIJGT SNEL ZIJN BEKOMST: / HET KIND KIJKT NIET UIT, RIJDT ZICH TE PLETTER / EEN OUDE MAN HUILT, OVERDEKT MET GESPETTER. //

Een epistel geschreven op vier januari 1989. En waar ik toen wat jonger was, ben ik nu een man van 72! Maar dit, terzijde!