niet BETER van

‘Hoe lacht vergenoegd de zakenman die zonder mededogen zijn concurrent verslagen vindt, zelf haast failliet gaand?’ Jimmy is de titel van dit lied en wanneer ik die andere tekstregel naar voren breng, te weten ‘hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind, zichzelf een weg baant’ uit het verleden naar voren breng, geef ik hooguit de lezer van dit bericht iets door dat de verlenging van de lockdown enigszins naar voren brengt. Niet dat dit iets aan de huidige situatie verandert, hooguit kan er gesproken worden over moed in de vorm van wanhoop wanneer ons wordt voorgehouden dat, over een onbepaalde tijd, er licht verschijnt aan het einde van de tunnel. Maar waar we momenteel in die tunnel verkeren, of er ook daar sprake is van enig licht dan dat we in het duister rond blijven tasten, ook daar valt momenteel geen antwoord op te verwachten.

Dagen werden weken, weken worden zo langzamerhand maanden en het zal waarschijnlijk nog vele jaren duren voor er weer sprake is van een normaal, wel in de vorm van een ander normaal dan dat wij in het verleden gewend waren. Of liever gezegd verwend waren, want van enige vorm van verwennerij kan momenteel ook al geen sprake meer zijn. Sta momenteel wat langer stil bij alles wat nog wel kan (veelal op een hand te tellen) dan wat niet kan. Daar kom ik vele handen tekort. Probeer daar niet eens een slaatje uit te slaan (afhankelijk wat de supermarkt te bieden heeft), laat staan dat ik de piepers met teveel uitlopers een bad in het water gun. Schillen is een mogelijkheid om een maaltijd te gaan bereiden, maar om nu al mijn energie te besteden aan een uit de hand gelopen copieuze maaltijd, ook daar gun ik me de tijd niet voor.

Tenslotte blijft eenvoud het kenmerk van het ware en is de boerenkool niet toevallig in de aanbieding, staat een ferme stamppot die maaltijd bepaald niet in de weg. De vegetarische worst kan me ook gestolen worden en wanneer het sap uit die worst langs mijn kaken druipt, zal ik ook niet rouwen om het varken dat dit met zijn leven heeft moeten betalen. Want aan de ene kant gaan de zaken zo door als zij door moeten gaan, aan de andere kant valt veel leed onder de mensen meer op dan dat de Partij voor de Dieren kenbaar weet te maken. En wanneer het verbond van Kabinetsleden zich opmaakt om demissionair te gaan worden, zal het straks weer een kwestie zijn van het vooruitzicht op het gegeven dat de meeste stemmen tellen. Daar hoeft niemand zijn of haar hoofd over te breken, laat staan dat dit vooruitzicht ervoor zorgt dat Rutte IV aan de kim verschijnt.

Maar hoe zou Wopke het kunnen gaan doen wanneer hij wordt uitverkoren? En Hugo voor het gemak zijn flatteuze schoenen heeft uitgedaan en op een slof en een oude voetbalschoen probeert om zich toch nog als een kampioen te wanen. Hoewel wanen veelal plaatsvinden in de GGZ, waar men dan weer met pilletjes gaat strooien. En waar dat andere lied omtrent het zo stoned te zijn als een garnaal de gemiddelde garnalenvisser voor een deel van zijn brood weet te beroven, gezien het feit dat handige Marokkaanse vingers niet in de gelegenheid zijn om de garnaal te pellen.

Het kan vandaag weer eens niet op, mijn gedachten vliegen weer eens alle kanten op en waar Jimmy de aanleiding was voor dit stuk, eindig ik ook nog eens met een tekstregel uit datzelfde lied: ‘maar liever dat nog dan een bord voor z’n kop van de zakenman, want ook daar wordt hij bepaald niet beter van!’