QUO VADIS?

‘Iedere dag gaat Harm, met zijn ziel onder zijn arm, met zijn slaapzak op zijn rug, lopend heen en liftend terug. De kant van de weg is gratis, hij heeft geen doel, hij heeft geen geld, hij wil de wereld zien voor het te laat is, want zijn dagen zijn geteld. Waar moet je heen, het is al laat (voor negen uur binnen!), zet mij maar af, in deze straat!’

Uit de tijd dat de Hoop was gevestigd op Neerland en waar bange dagen nog deel uit maakten van een Koude Oorlog op z’n retour. Ergens in de jaren zeventig van de vorige eeuw, dat Bram en Freek furore maakten en zij garant stonden voor een avondvullend programma.
Kom daar momenteel niet om, de theaters nog steeds dicht, Bram overleden en Freek die inteert op zijn roem. De tragiek van de komiek in meervoud, want hoe velen zullen momenteel niet lijden onder de tijden waaronder wij nu leven. Gedoemd zijn als het ware om stil te staan bij dat wat de wereld momenteel treft.

Een zondags uitje dat zich beperkt door stomweg wat heen en dan weer weer te lopen, Coffee to go en de Frietboer die omzetten draait waar menig restaurant jaloers op kan zijn. Patat en kroketten niet alleen als smaakmakers, maar ook nog eens voorzien in een directe behoefte. Van belang, opdat het landsbelang in deze niet geheel en al ondersneeuwt in een situatie waarbij sneeuw valt uit te sluiten. En dat januari zich mag heugen op het winterseizoen, dat neemt niet weg dat de narcissen zich daar geen ene mallemoer van aantrekken en hun gele pracht tentoonspreiden.

Lockdown en avondklok brengt elders de gemoederen in beweging, en wie de eerste steen heeft geworpen, maakt zich schuldig aan een misdrijf. Waar Urkers ooit de kost verdienden met vis, daar wordt op den duur waarschijnlijk wel weer een rekening voor gepresenteerd. Opdat diezelfde Engelse vis alsnog duur wordt betaald. Een maandag waarop de maan naar volle wasdom klimt, de volle maan van zich laat horen en waar die maan schijnt door de bomen, er geen sprake is van makkers die na negenen hun wild geraas binnenkamers naar voren brengen.

Waar huiselijk geweld deel uitmaakt van het ‘nieuwe normaal’ de mond wordt gesnoerd door het afwasbare mondkapje en waar de supermarkten door het aanbieden van eenmalige kapjes alsnog hun omzet zien groeien. En waar mijn haar blijft groeien velen reikhalzend uitkijken naar de barbier die zich straks mag gaan ontfermen over al die kapsels die zich mogen verheugen op de naam: Coronakapsel.

Hoewel ene Baudet daar anders over schijnt te denken…

Kijk eens wat vaker in de spiegel van… met dank aan Ellen!