Schuil gaan

Wanneer een ecoloog de ruimtelijke omstandigheden op het gedrag van de mens bestudeert, zullen er waarschijnlijk meerdere studies omtrent dit onderwerp gaan verschijnen. Mogelijk dat iemand in de toekomst op dit onderwerp promoveert. Naar mijn weten heeft zich zo’n uitzonderlijke situatie als de afgelopen maanden, nog niet eerder voorgedaan. Wanneer mensen dicht op elkaars huid komen te zitten, of dat zij van lipzitterig gedrag worden beschuldigd, wanneer de vlammen eerder de pan uitrijzen, reizen heel erg beperkt is, de bloemen in de perken bijkans verzuipen, een enkele regenbui in een hoosbui verandert, opgewektheid moet strijden tegen neerslachtigheid en de kans om te scoren minimaal is, er successievelijk steeds meer terrassen opengaan, de anderhalve meter veelzeggend is, de mondkapjes niet aan te slepen zijn, de beperkingen van de verpleeghuizen (wat meer ver plaaghuizen zijn) een tweetal bezoekers toestaat, de ouderen die het wel hebben gehaald geen afscheid hebben kunnen nemen van de mensen die dit niet overleefden, de output niet overeenkomt met de input die zich voordeed, het getallen zijn waarachter mensen en hun leed verscholen gaan, dan zou er sprake kunnen zijn van die veronderstelde ruimtelijke veranderingen die niets te doen hebben met vormen van urbanisatie.


Het weiland dat wijkt en het groen dat nu weer bloeit, de bijen die zoemen en de muggen die zich klaarmaken om mensen uit hun slaap te houden. Natuurlijk doet die biologische boer het beter dan die boer met die stalhouderij, maar evengoed mest hij zijn dieren vet voor de slacht. Natuurlijk is het milieu een constant onderwerp dat zich levenslang blijft voordoen, is het gehackt van een extra letter voorzien om aan te geven dat het plantaardig van aard is. En natuurlijk wordt de aarde bemest, wordt het graan ingezaaid, komen de aren tot rijping en zal die extra worm, dat kleine rupsje Nooitgenoeg er niet over denken om tot de categorie Nooitgedacht te gaan behoren. Zijn het de kikkers die schuil gaan in de spinazie, is het groen dat ertoe doet en wordt verondersteld dat de sloten voor voldoende water blijven zorgen, de afwatering weer een totaal andere dimensie vertegenwoordigt.


En het klimaat zal er immer voor zorgen dat het weer niet altijd geheel te voorspellen is, opdat we toch nog steeds over datzelfde weer kunnen blijven klagen. Dat zal niet direct van toepassing zijn op die veronderstelde ruimtelijke omstandigheid, hoewel windmolens en hoge gebouwen zorgen voor een andere kijk vanuit diezelfde natuur. En de mens in dit geheel?! De hoop dat een gedragsverandering zich voordoet, dat er in de wereld voldoende afleiding zal blijven, dat de wereldverbeteraars ook nu weer het gelijk aan hun zijde zullen claimen, dat het ‘apies’ kijken weer een genoegen biedt en dat met omgekeerde evenredigheid die dieren naar de mensen kijken, die zich vergapen aan de lust van beesten en worden geconfronteerd met het leed dat achter de schermen plaatsvindt, ach die keerzijde is niet zo van belang.


Beter is het weten en dit wetenschappelijk onderbouwen van een periode waarin burgerlijke gehoorzaamheid langzaam verandert in een vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid, waarbij de appels en de peren ervoor zorgen dat er voldoende sap in de winkels te vinden is en als er wat wordt doorgedraaid… dit mensen zullen zijn die zich met de huidige toestand geen raad meer weten.


En wanneer ergens een regenboog verschijnt, zal die pot met goud zich steeds maar weer weten te verschuilen!