Schuldgevoel.

Ik kwam laatst op mijn weg een beer tegen die schrok zich rot en verdween met een noodgang in de bossen, op zoek naar zijn winterhol. Verzadigd en volgevreten maakte hij zich op voor een volgende winterslaap. En terwijl Klaas Vaak hem verwende met een gulle hand gegeven hoeveelheid zand, dat hij vergeefs in zijn ogen probeerde te strooien, wist de beer dat de huid die hem beschermde voldoende was om de jagers op een dwaalspoor te brengen. De beer dacht niet verder na over de ontmoeting die hij even daarvoor had mogen meemaken, en terwijl ik juist over de ontmoeting nadacht, had ik voldoende moed om de mogelijke andere beren die mij nog te wachten stonden, over die ene kam te scheren, waardoor ook deze spoorloos verdwenen.

Want na het begin van deze week enigszins op verschillende gebieden een mineur stemming te ontWIKkelen, waren die ander beren aan het oplossen en verdwenen van mijn weg. Naar Den Helder toe, een goed bericht van de arts assistent infectieziekten, de eerder hoge waarden in mijn bloed verdwenen zijn waardoor de pillenkuur vruchten in positieve zin aan het afwerpen zijn en ik voorlopig niet veel meer hoef te doen dan mijn kuur te vervolgen en mij op te maken met huid bacterie dodende middelen, mijn neus te gaan verwennen met een zalf die de doorgang in mijn neus van die eerder genoemde bacterie te vrijwaren voor ander niet voorzien ongemak en andere zaken die de nodige voorbereidingen kunnen gaan bestendigen.

Terwijl tegelijkertijd ook nog van anderen berichten naar mij toekomen die ervoor zorgen dat het leven buiten dit verblijf nog steeds van dien aard zijn dat een zeker leed bij anderen stomweg doorgaat…
Want er staat de ‘buitenwereld’ nog het een en ander te wachten, menigeen wordt geconfronteerd met koude rillingen die erop zouden kunnen wijzen dat het zwabberende beleid van de overheid een kant op gaat waar heel Nederland de dupe van zal gaan worden.

Ik zit relatief in een beschermende omgeving, waarbij zich toch zaken voordoen die bepaald geen applaus verdienen, te weten de communicatie omtrent het ‘verzamelen’ op deze locatie van positief geteste mensen van andere locaties, waardoor een zeker risico op een uitbraak hier niet uit te sluiten valt. Waardoor ik, gelijk die beer, mij maar terugtrek op de kamer die nu tot mijn beschikking staat, ik een gezamenlijk gebruik van maaltijden zoveel mogelijk probeer te vermijden want waar ik absoluut niet op zit te wachten…

Ik kies voor mezelf, rol rond met dat mondkapje, kijk om me heen waar anderen vertoeven, lees een krant met geen ander in de buurt, maar heb absoluut in deze geen enkel schuldgevoel.

Maak zelfs gebruik van een foto van Martin om mijn huidig zijn te illustreren