uit zicht & huid honger

Kwaadaardig en boosaardig, een ietwat bijzondere combinatie van woorden. Je zou voor het gemak aardig kunnen gaan veranderen in heid, waardoor de balans als het ware ietwat wordt verstoord. Net als de overgang die we recent hebben meegemaakt wanneer oud door nieuw wordt vervangen, alsof dat wat de noemer oud heeft glansrijk wordt verdrongen door het nieuw van simpelweg een volgend jaar. Verleden, heden en een onwaarschijnlijke toekomst in het verschiet zorgt ervoor dat met een zeker elan naar de toekomst wordt gekeken, dat de kwade geesten zijn verdwenen en er niet veel meer aan de hand is dan het veronderstelde aardig in die twee eerder naar voren gebrachte woorden.


Dat dit meer een vorm van beleving vertegenwoordigt is waarschijnlijker dan dat de sores van het verleden jaar plotsklaps zou zijn verdwenen. Neen, zo eenvoudig is het leven niet en wanneer gisteren sprake was van ziek en zeer is dat ook vandaag nog aanwezig. En toch doen we er alles aan om de toekomst stralend tegemoet te treden, verheugen ons op dat wat ons nog te wachten staat en kan van kwaad dan wel boos zijn praktisch geen sprake meer zijn. Een vorm van zinsbegoocheling die juist in dit nieuwe deel wordt toegestaan en waar we elkaar bij een ontmoeting dan ook nog eens woorden laten vallen bijvoorbeeld onder de noemer van ‘alles wat wenselijk is…’ Of woorden van vergelijkbare strekking.

2 januari en nog steeds in eenzelfde lockdown als daarvoor, waarbij huidhonger zich nog steeds voordoet, de samenleving nog steeds op een anderhalve meter van elkaar plaatsvindt, de verplichte mondkapjes en mijn haar dat steeds langer wordt. Maar over dat laatste heb ik weinig te klagen, gezien het feit dat mijn kleur al meer verdwijnt en ik nog steeds wordt geconfronteerd met gesloten winkels…