UITje(s)
Neen, noem het geen randfiguren maar de huidige moraal is niet meer normaal. Of het nu ridders zijn of dat zij geen dak meer boven hun hoofd hebben, slapen in een auto en plassen en poepen in een struik, of zij andere mensen proberen te overtuigen van hun expliciete mening dan wel in complotten denken, dat zij zich schamen om bij de voedselbank hun eten op gaan halen terwijl een ander niet veel meer hoeft te doen dan zijn creditcard te trekken, een vier cijferig getal invult en met een winkelwagen vol met lading zich een drietal kratten bier permitteert, een ander een volgende frikandel tot zich neemt waarbij de buik over de broekriem hangt, te beroerd is om iemand anders te groeten, komen de mannen weer terug. Nu ben ik ook daar niet zo’n fan van en waar de Mol onder de grond zich een pad baant in het duister op zoek naar een regenworm, komen ze gewoon weer terug en kan half Nederland weer gerust gaan slapen.
Een mening geven en dat verkondigen is een ding, daar de beeldbuis voor gebruiken is weer wat anders. Want waar de een zich loopt te verbazen, lacht een ander zijn broek aan flarden. Bij wijze van spreken dan, want die broek vertoonde al de nodige gaten, waar dan weer een groot bedrag van eigenaar verwisselde. En ik? Ik deed gisteren niet veel meer dan wat te gaan poseren, had een telefonisch interview en kwam ook nog in aanmerking voor een uitje. Een uitje? Ja, want zo zie ik mijn bezoek aan de fysiotherapeut en morgen staat er weer een ‘uitje’ op mijn programma. Na bijkans een jaar in de stoel van de tandarts, waar ik mogelijk in aanmerking kom om het gat dat ik bijkans een jaar meedraag op te kunnen gaan vullen. En heel eerlijk gezegd kijk ik ook daar wel weer naar uit. Was het alleen maar om het gezicht van die arts achter een scherm te kunnen aanschouwen…
Het betekent dat ik weer wat meer beperkte activiteiten ga vertonen en waar ook nog een bezoek aan een oogarts op mijn programma staat, kan ik morgen gewoon weer naar een vriend gaan.
Want ook dat wil ik bepaald een uitje noemen!
Geachte heer Wik (dat mag ik wel zeggen, toch?),
Het genoegen was geheel wederzijds. U te zien binnenstappen, slechts gesteund door uw eigen gedachten, deed mij verheugen.
Dat ik mij weer eens over uw tronie, letterlijk en figuurlijk, mocht buigen deed mij goed.
Met vriendelijke groet,
Uw tandarts