Utrecht

Ik is. Ik ben. Ik was, stel ik voorlopig nog maar een tijdje uit, hoewel je dit niet voor het zeggen hebt. Ik was me, ik doe de was, ik bedien de droger en dat was alles wat er was. Zo kun je zomaar op een dwaalspoor terecht gaan komen, zo ben je in leven en zo ben je dood. Alsof het zo moet zijn, alsof je niet altijd dacht de dingen naar jouw hand te kunnen zetten. Maar zo is het in de regel niet, je dient je te schikken naar de omstandigheden die zich voordoen, kunt wel besluiten om daar je schouders over op te gaan halen, maar de kans dat het gebeuren je alsnog achtervolgt, is groot. Gewapend voor een zekere strijd om het bestaan, de roze strijd die gestreden dient te worden, de magnifieke kans die zich voordoet en de vraag hoe deze kans om te zetten in een daadwerkelijk iets, die kans loop je soms tegen het lijf maar vaak wordt het niets. Omwille van het een dan wel omwille van het ander, soms zit het mee maar vaak tref je tegenwind. Omwille van een bepaalde loutering, omwille van een eer, omwille van een kans, wraak desnoods, al deze mogelijkheden staan de mens tot zijn of haar beschikking. Anders wordt het wanneer er buitenstaanders mee gemoeid raken, mensen die door het lot getroffen worden, mensen die voor een boodschap onderweg waren of gewoon mensen die zich verheugden op een ritje. Met een tram desnoods. Dan te bedenken dat er 66 minuten wordt gestaakt, dat 66 de snelheid is van die colonne onderweg naar Den Haag, waar dan de betoging wordt overweldigd door een gebeuren ergens buiten die provincie. In Utrecht nota bene, de Domstad waar inwoners zich verschuilen achter het feit dat daar maar 1 Dom is. Hoe dom kun je wezen wanneer je denkt dat zo’n stad wel veilig zal zijn, centraal gelegen in het land waar de ene beurs de andere aflost. Waar Hoog Catharijne de reiziger lokt om in de winkels zijn ogen de kost te geven, waar het Beatrix theater de ene na de ander Musical tevoorschijn tovert, waar de binnenstad nog keldergrachten kent en waar het bier met een boot aan de kade wordt afgeleverd. Doe stad treft het vandaag, dompelt mensen in rouw en zorgt voor een verhoging van het dreigingsgevaar. Zet van alles op scherp en wanneer scherpschutters deel gaan uitmaken van deze verhoogde dreiging, maakt de mens, de burger, en ambtenaar dan wel een gemiddelde student, een ambachtsman, een simpele huisvrouw, een hooggeletterde, een kunstenaar en desnoods een kwakzalver, zich toch wel wat ongerust. En ik” Ik is, ik ben me ervan bewust dat ik wel kennis neem, maar mij in een eenvoudig provinciestadje als Alkmaar nog bepaald veilig voel. Maar voor je het weet… Alkmaar kent geen trams, hooguit bussen die zich minder lenen voor… alhoewel…