Verwarring

Ik heb natuurlijk weer eens op een verkeerd icoon gedrukt. Eigenlijk kan ik er wederom geen staat op maken. Ben de mogelijkheid om op mijn hotmail te komen kwijt, krijg steeds een melding dat er ‘iets’ fout is gegaan. Blokkeer mezelf in een poging die blokkade ongedaan te maken. En, eerlijk gezegd, weet ik mij wederom geen raad, de daad bij het woord voegend kan ik niet veel meer doen dan een beroep op mijn helpdesk. Maar zover is het nog niet!

Over enig inzicht gesproken: mijn berichten vormen niet meer dan een wassen neus, gaat het meer om de verpakking dan dat het inhoud betreft, is het een mogelijkheid om zo nu en dan mijn gramstorigheid een functie te geven en heeft het niet veel meer om het lijf dan een veredelde vorm van bezigheidstherapie. Waardoor ik toch nog recht doe aan de tijd dat de psychiatrie in mijn leven een wezenlijke rol heeft gespeeld. Leren omgaan met je mogelijkheden staat nu eenmaal haaks op die beperkingen, waar menigeen onder is komen te lijden.

Afstand tot de arbeidsmarkt maakt die mens bewuster van zijn of haar bestaan. En waar in het verleden mensen op den duur werden ‘afgeschreven’ wordt geprobeerd om deze mens een plek in de maatschappij te bieden. Waar dan weer de mogelijkheid zou kunnen ontstaan dat zij wederom tot een volwaardig lid van diezelfde maatschappij worden gezien, geaccepteerd met alle plussen en minnen van het zijn. En dat, eerlijk gezegd, betwijfel ik.

Tussen tolereren en accepteren ligt mijns inziens een kloof die doorgaans niet te overbruggen valt. Waarderen is nu eenmaal een stuk moeilijker dan mensen af te kraken, hun te wijzen op de tekortkomingen in andermans ogen. Het huidige systeem van competenties is nu eenmaal, met alle goede bedoelingen ten spijt, niet voor eenieder wegelegd. En wanneer gevraagd wordt naar bepaalde kwaliteiten en het antwoord schuldig blijft, staat niets een afwijzing meer in de weg. Ooit vroeg een teamleider aan mij wat mijn drijfveren waren om les te gaan geven. Teamleider in die tijd was simpelweg het Hoofd van de opleiding. Een voormalig directeur van een basisschool die gevraagd was om leiding te gaan geven aan mensen die het vak van Psychiatrisch Verpleegkundig Docent aan leerlingen inhoud zouden gaan geven. Ik maakte op een goed moment deel uit van dat team.

Een Inservice opleiding. In een gesticht. Tot het moment waarop onzichtbare ‘hogere machten’ besloten om dit systeem op te gaan doeken. Het moesten scholen worden. Regionale Opleiding Centra. Het geheel moest op de schop. Het gesticht moest het terrein verlaten. En de voormalige inhoud van die opleiding werd een verpakking waarbij er steeds meer sprake was van een uitholling. De student (voormalig leerling), kwam hooguit tijdens zijn stages nog in contact met de mens die hulp behoefde, de theorie verzandde uiteindelijk in een verzameling leerboeken en mensen uit de praktijk (psychiaters, psychologen, deskundigen op andere vlakken) verdwenen uit beeld.

Het werd een theoretische leerschool, waarbij de expertise opgedaan in het praktijkveld langzamerhand verdween, uit het oog werd verloren en de toenmalige tijdgeest voornamelijk door onderwijskundigen werd bepaald. Alles werd afgetimmerd en doorgetimmerd en de mens die centraal had moeten staan verdween uit het zicht. Wanneer wordt gesteld dat ‘de tijd zal het leren’ als uitgangspunt bepalend had kunnen zijn, ook die tijd verloor het ‘in de tijd.’

De herkenbaarheid verdween, de oude rotten maakten plaats voor de ‘jongelingen’, de fijne kneepjes maakten plaats voor protocollen, de computer deed zijn entree en het was bijkans voorspelbaar dat de tijd die voor die tijd aan de betrokkenen werd besteed, nu achter een scherm plaats vond. Rapporteren was een belangrijk onderdeel geworden en ook het observeren van gedag in de breedste zin des woords, verdween naar de achtergrond. Om over grondigheid in het geheel nog maar te zwijgen.

Het observatieverslag verdween, vragenlijsten werden ingevuld en het item ‘nabijheid met behoud van distantie’, een typisch kenmerk voor de psychiatrie in die tijd, zal menigeen nu aan het denken hebben gezet.’Observeren moet je leren, hield ik mijn pupillen voor’, waarbij menig leerling in verwarring werd gebracht. En die verwarring… ik denk dat deze nog steeds voort duurt!