Vrijdag, het weekend is nakend…
Voor vandaag heb ik de volgende omschrijving in petto: deprimerend. En dan doel ik niet zozeer op de omgeving, maar meer op mijn huidige medebewoners. De een weet zich ternauwernood voort te bewegen, de ander is afhankelijk van de stuurmanskunsten van de begeleider die de rolstoel voortduwt, een derde baant zich een weg tussen velerlei obstakels door ( te denken valt aan stoelen, tafels en aanverwante) een vierde probeert het dienblad met een bord met eten en een glas met drank in evenwicht te houden en het heeft veel weg dat filevorming niet alleen is voorbehouden aan snelwegen, maar zich ook nog in deze beperkte ruimte voordoet. En tussendoor helpende handen van hen die hier een deel van de zorg voor hun rekening nemen. Stagiaires die voor een snuffelstage op de afdeling worden ‘losgelaten’, Beroeps Opleidende Leerlingen die naast school ook nog eens zo’n 24 uur aan het werk zijn als onderdeel van hun opleiding tot vetpleegkundige niveau 4 en daarvoor een vergoeding krijgen van zo’n 200,00 euro netto in de maand, en dan voor allerlei andersoortige werkzaamheden kunnen worden ingezet…
En wanneer ik dan spontaan een viertal zorgverleners tref in wat voor huiskamer dient door te gaan, een van hen mij vraagt om iets over de psychiatrie te gaan vertellen, dan… probeer ik in zo kort mogelijke bewoordingen iets van die Bijzondere mens naar voren te brengen dan wel hun zijn te schetsen. Maar de vraag die onbeantwoord blijft is veelal het beeld dat zich bij hen heeft gevormd: noem het maar gewoon de psychiatrisch gestoorde medemens, waar de toneeluitvoering van Keefman, geschreven door Jan Arends in zekere zin heeft geprobeerd een antwoord op te geven.
En waar ik op dit moment besluit om mijn mond te houden!
Laatste 15 Reacties