Zo’n dag.

Een brug. Een leuning. Water, een tweetal oevers waar bomen staan te pronken. Struikgewas dat zich niet laat ringeloren. Eenden. Een paartje, een vertwijfelde woerd op zoek naar een eend. Meerkoetjes. Die kwetteren. Onder water duiken en met wat planten boven water komen. En dat water, dat nauwelijks beweegt omdat de wind het af laat weten. Idyllisch? Geenszins, gewoon een constatering dat zich vast laat leggen. Zonder enige bedoeling. Gewoon een foto.

Bij daglicht. Een enkele fietser, een voorbijganger die zijn hond tot kalmte maant. Een auto die van hier naar daar passeert. Een vuilniswagen dat zich ontfermt over de grijze bakken, vol met plastic. Dat op een ander moment een andere bestemming zal gaan krijgen.

En ik. Ook ik ben die voorbijganger. Op weg van hier naar daar. Beweeg mij voort met de pas van een oudere. Senior desnoods. Maar loop zonder hulpmiddelen. De rollator in de schuur. De krukken in de trapkast. Lees de krant. Drink mijn koffie. laat na om een boodschap te doen, afhankelijk dat ik ben van de auto. Lees een tijdschrift. Wat gaat over miniaturen. Laat me verleiden om daar mogelijk voor te gaan vallen, denk even na en sla dan toch maar een volgende bladzijde open.

Zo’n dag, nauwelijks vermeldenswaard. Staat dan toch geboekstaafd.